Samen met o.a. de Streepzaad en Havikskruid geslachten behoort de Akkerkool binnen de Composieten familie tot de groep met alleen maar lintbloemen.
Bloei
Vanaf juni tot in de herfst zijn de losse pluimen met citroengele bloempjes te vinden.
Leefplek
Bosranden en struweel, bermen en andere redelijk humeuze, losse en voedsel bevattende standplaatsen zijn geschikt voor deze zoomplant. In verwaarloosde en verruigde tuinen en op stortplaatsen en ruderale hoeken voelt de plant zich ook thuis.
Er is ook een meer vertakte en lagere variant op akkers en ruderale gronden te vinden.
Areaal
Europa en verder kosmopolitisch verspreid. Al tijdens de Bandkeramiek periode (4400 v.C.) in Z. Limburg op akkers aanwezig.
Naam
De naam “La(m)psana” hangt samen met de uitdrukking “lapsana vivere” waarmee men al 2 eeuwen v.C. “op lapsana leven” bedoelde en daarmee “zuinig leven”. De vergelijking met “Akkerkool” komt hiermee overeen als men daarmee een groente bedoelt. En die gold als heel “gewoon” oftewel “communis”.
Kenmerk
Akkerkool is een éénjarige plant met een penwortel. Het vrij los gebouwde kruid kan behoorlijk hoog worden. De zoomplant is meestal flink uitgegroeid en alleen hoger vertakt. De akkerplant daarentegen is echter lager en daar meer vertakt.
Onderaan de lichtgroene plant zijn de eivormige bladeren voorzien van zijslippen. Hogerop zijn de bladeren meer ruitvormig en kort van steel.
Mogelijk heeft enige gelijkenis met de echte koolplant – die tot de kruisbloemen behoort – bijgedragen tot de naamvorming.
Er is melksap. De pluimen met bloemen staan in bladoksels.
De lichtgele bloemhoofdjes (tot 1,5 cm) bevatten uitsluitend vrij weinig maar wel meer dan 5 tweeslachtige lintbloemen. De kroon van de lintbloem heeft een rand met 5 tanden. De geribbelde nootjes zonder pappus worden omsloten door 8 bootvormige gekielde omwindselbladen.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen