Ook de matig giftige Bitterzoet hoort bij de beruchte en beroemde Nachtschadefamilie.
Bloei
Vanaf juni zijn de stervormige violet met gele bloemen aanwezig.
Leefplek
Op slootrand en in rietkraag. Maar ook op zonnige droge plaatsen op allerlei grondsoorten. Stikstofrijke groeiplaatsen van plantsoen, struweel en rommelige terreinen.
Op knotwilgen vaak gezien.
Areaal
Gematigd Eurazië.
Naam
Vroeger werd de stengel als pruimtabak gekauwd. Bij het kauwen op de niet giftige stengel is er eerst een bittere en daarna dankzij de inwerking van het speeksel een zoete smaak. Dat is ook verwoord in “dulcamara” maar dan wel juist andersom met “dulcis” voor “zoet” en “amara” voor “bitter”.
De Romeinen hadden al de naam “Solanum” voor de “Nachtschaduw”. Sommige leden van de “Nachtschade”-familie hebben o.a. een pijnstillende werking hetgeen in het Latijnse “solari” voor “pijn stillen” tot uiting komt.
Kenmerk
De aan de basis wat houtige overblijvende middelhoge plant heeft een vertakte wortelstok. De stengeltakken slingeren zich soms om andere steunplanten. Kan zelfs meters hoog worden. De langwerpige eironde stengelbladeren hebben aan de basis één of twee oortjes.
De bloem heeft 5 puntige violette kroonbladen. Centraal staan 5 vooruit stekende heldergele samengegroeide helmknoppen. Twee groene vlekjes met een wit randje staan aan de basis van de teruggeslagen kroonslip als een soort honingmerk. Tezamen vormen die vlekjes zo een ring om de meeldraden.
Er wordt een trosje giftige groene, later helderrode ovale bessen hangend aan steeltjes gevormd.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen