De Blauwe Knoop hoort in de Kaardenbolfamilie thuis samen met het Duifkruid en de Beemdkroon. De hele familie levert nectar.
Bloei
Vanaf juli zijn de blauwe bloemhoofdjes present.
Leefplek
Blauwe Knoop vraagt wat meer vocht op dijken, in het blauwgrasland en op de heide.
Areaal
Europa en aangrenzend Aziƫ.
Naam
De Nederlandse naam is duidelijk genoeg vanwege de gelijkenis van de bloeiwijze met een halfbolle knoop.
“Succisa” is afgeleid van “Succidere” (“afsnijden”) en wordt veroorzaakt door de korte wortel die haast “afgesneden” lijkt (=”duivelsbeet”). “Pratensis” houdt verband met de groeiplek “uit de wei”.
Kenmerk
Overblijvend zijn ze allemaal en ook hebben ze tegenoverstaande bladeren. Bij alle is er een wortelrozet en zijn de onderste bladeren langgesteeld en elliptisch. De hogere bladeren zijn bij de Blauwe Knoop soms licht gezaagd tot getand. Bij de andere twee soorten zijn deze duidelijk dieper ingesneden.
De hoogten van de drie plantensoorten zijn niet opvallend verschillend.
De bloemhoofdjes worden gesteund door een vijfdelig draadvormig omwindsel.
Het kleinste zijn de eerst nog halfbolle hoofdjes van de Blauwe Knoop (12-25 mm), paarsblauw of lila, soms roze of zelfs wit. De bloempjes in het bloemkorfje van de Blauwe Knoop zijn allemaal gelijk van grootte. De uitstekende meeldraden dragen paarse helmknoppen. Alle bloempjes hebben een eigen kroonachtig mini-kelkje met 5 stompe tanden. Een vruchtbeginsel met 5 tanden wordt door het kelkje omsloten.
Aan het eind van de bloei krijgen de hoofdjes steeds meer de bolvorm.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen