De Bosbies is een lid van de Cypergrassenfamilie. De Cypergrassenfamilie omvat diverse geslachten. Het geslacht Bies (Scirpus) is er één van.
Bloei
In de voorzomertijd worden de ranke bloempluimen gevormd.
Leefplek
In vochtige open plekken van loofbossen. Meer nog buiten bos of broekbos met es en els. Broekland weiden. Voedselrijke humeuze bodems. Liefst kalkhoudend.
Areaal
Noordelijk Halfrond gematigde zone.
Naam
De herkomst van het woord “bies” is onbekend. Het roept wel het beeld op van een vochtige zure groeiplek.
De Bosbies heeft zijn groeiplaats bij of “in het bos” (Latijn=”sylvaticus”).
De geslachtsnaam “Scirpus” voor “Bies” bestond al bij de Romeinen.
Kenmerk
Grasgroene overblijvende planten. Een kruipende wortelstok helpt de plant zich te verbreiden. In groepen staan de bossige planten bijeen. De holle forse stengels zijn driehoekig afgerond en over de hele lengte van bladeren voorzien. Het blad heeft een flinke schede en hangt over. De bladrand en de middennerf zijn ruw. De bladschijf is V-vormig met een verdiepte middennerf.
De bloempluim is eerst wat verscholen tussen de veel langere draagbladeren. Door uitgroei van de bloemstelen met de vele aartjes wordt de hele pluim wat topzwaar zodat de stelen uiteen wijken en gaan overhangen. De kleine (tot 5 mm) aartjes zijn donkergroen gevlekt en bevatten veel bloempjes met 6 borstels. De stijl draagt 3 stempels.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen