De Bosrank is een onderdeel van de Ranonkelfamilie. Ook deze ranonkel is vergiftig.
Bloei
De zomerbloei van deze snel groeiende forse houtige liaan valt minder op dan de lang blijvende bloemresten met veel harig vruchtpluis.
Leefplek
Op kalk- en humusrijke en vochtige bodems vooral op Z. Limburgse hellingen in de bosrand. Ook langs de rivieren op stroomruggen in struweel en hakhout.
Areaal
Vanuit Z. Europa tot in M. Europa en Engeland doorgedrongen bosbewoner. Veel kweekvormen.
Naam
De benaming “Bosrank” is volmaakt duidelijk en zeer toepasselijk. “Clematis” is een oude Latijnse naam afkomstig van het Griekse “klèma” dat “wijnrank” betekent. Daarbij komt dan nog als extra “vitalba” (= witte wijnstok) dat een samenvoegsel is van “vitis” (= wijnstok) en “alba” (= wit).
Kenmerk
De vele meters lange houtige vezelige stengels slingeren zich zonder ranken omhoog. De bladeren met hun stengels winden zich om alles wat ze aanraken. De bladeren blijken bij nadere beschouwing oneven geveerd te zijn en uit eerst lichtgroene en later donkere eironde deelbladen te zijn samengesteld. Het blad is oneffen, heeft een spitse punt en een grof gezaagde rand.
De groenwitte bloemen geuren licht, zijn vrij klein en staan in kleine losse pluimen in de oksels van de bovenste bladeren. Vier achterover gekrulde dik behaarde bloemdekblaadjes en een toef vooruit stekende meeldraden met stamper vormen de bloem. Het stamperhoofdje groeit na bevruchting uit tot een stel dopvruchtjes voorzien van heel lang zilvergrijs veerachtig vruchtpluis dat straalsgewijs uitstaat en zo een nog lang in de winter overblijvende pruikenbol vormt.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen