De leden van de Wolfsmelkfamilie hebben éénslachtige bloemen die éénhuizig maar ook tweehuizig kunnen zijn. Ze zijn giftig door hun melksap (antivries) dat huid en slijmvliezen irriteert.
Bloei
In april komen de geelgroene schermen tot ontplooiing. Eigenlijk zijn het ‘schijnbloemen’ verzamelingen.
Leefplek
Houdt van open zandige en stenige bodems zoals spoordijken en steenglooiingen. Kan daar flinke temperatuurwisselingen doorstaan.
Areaal
Z. en M. Europa. Afkomstig van de Middellandse Zee en aardig hier ingeburgerd. Vooral vanuit tuinen en langs de rivieren. Vormt kolonies.
Naam
Veel planten met in hun naam “wolf” blijken altijd gevaarlijk voor de mensen geweest te zijn. “Euphorbia” komt vooral in warme landen in veel gedaantes voor en zou die naam ontlenen aan een zekere arts Euphorbus die koning Juba van Mauretanië verzorgde. De toevoeging “cyparissias” heeft betrekking op de blaadjesvorm die op cypergras zouden lijken. “Esula” voor “bijtend” vanwege het melksap.
Kenmerk
Wolfsmelk is een eigenaardige plant. Wat op een bloem lijkt is echter slechts een simpele verzameling van een stamper met veel meeldraden op goudgele schutbladen en met gele zoet geurende randklieren die samen een omwindsel vormen. Deze schijnbloemen zijn weer in groepen omgeven door eerst gele en later wat rood gekleurde schutbladen. De driehokkige vrucht springt met kleppen open.
Wortelstokken kruipen voort en vormen pollen van vrij lage planten. De stengels zijn onder al vertakt en dragen lijnvormig dofgroen blad verspreid en in bosjes aan de top en onder de bloemen.
De nauw verwante ook overblijvende Heksenmelk heeft onvertakte stengels en minder blad dat dubbel zo breed is, maar het heeft wel vertakkingen bovenaan. De schutbladen zijn hier geelgroen en worden niet rood. Deze soort wolfsmelk houdt meer van kalk en wat vochtiger grond.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen