Koekoeksbloemen zijn samen met de Silenes onderdeel van de Anjerfamilie.
Bloei
Eind april komen de overblijvende Dagkoekoeksbloemen in bloei. De ook overblijvende Avondkoekoeksbloemen volgen pas een maand later. De Dag-vorm houdt ‘t het langste vol. Tot in de herfst zelfs.
Leefplek
Halfschaduw van wat vochtige bosranden en houtwallen en wegbermen. Liefst wat kalk houdend. De Avondkoekoeksbloem is meer van drogere wegbermen en bouwlanden gediend.
Areaal
Gematigde zone van Europa en Azië.
Naam
“Dag” en “Avond” zijn op zich duidelijk genoeg maar kloppen niet helemaal met de werkelijkheid van de echte tijden van ontluiken. Dat “koekoeksbloem” is mogelijk veroorzaakt door het vaak aanwezig zijn van “koekoeksspog”, aangebracht door de schuimcicade en niet door de mysterieuze koekoek.
Begeleider en opvoeder van Bacchus (Dionysos) was Silenus, vaak als dikbuikig dronken oud mannetje voorgesteld. Die dikke buik is terug te vinden bij diverse leden van het gelijknamige bloemengeslacht.
Het Griekse “dioika” betekent “tweehuizig” en dat is deze plant heel duidelijk. En “latifolia” oftewel “breedbladig” is deze vorm ook.
Kenmerk
De Dagkoekoeksbloem is een middelhoge behaarde plant vanuit een kruipende wortelstok. De bladen zijn langwerpig en slechts kort gesteeld of zittend. De bloemen met hun harige bruinrode kelk zijn zelf meestal rozerood, soms lichter. De ene plant met slanke kelk is mannelijk en de andere met opgeblazen kelk en 5 uitstekende stijlen is vrouwelijk. De bloemen geuren niet en blijven ook ’s nachts open. Er is een doosvrucht met teruggekromde tanden.
De grotere Avondkoekoeksbloem is behaard en bovenaan ook kleverig. De witte bloemen zijn groter (tot 30 mm) en geuren. De kelk is iets meer opgeblazen. De doosvrucht heeft omhoog staande tanden.
De twee soorten bastaarderen gemakkelijk.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen