Dit keukenkruid – en diverse andere zoals o.a. lavas, kervel, koriander, komijn, anijs en venkel – hoort bij de grote Schermbloemenfamilie.
Bloei
De gele bloemschermen zijn vanaf juni de zomer door te bewonderen.
Leefplek
In kruidentuinen als keukenkruid gekweekt vanwege het blad (maaltijd) en de vruchten (zuur-inmaak). In de Scandinavische en O. Europese landen wordt het verse blad veel gebruikt als smaakmaker in maaltijden.
Areaal
De plant is afkomstig uit Centraal Azië en is in Europa ingeburgerd. Kosmopoliet geworden. Weinig verwilderd. Vereist enig vocht en niet te veel zon.
Naam
“Dille” stamt mogelijk af van het Oud-Noors “Dilla” dat “kalmeren” betekent en zijn oorsprong vindt in het gebruik tegen buikpijn bij baby’s .
De benaming “Anethum” is een verlatijnsing van het Griekse “Anèthon” waaruit herkenbaar ons woord “anijs” is ontstaan en “graveolens” komt van het Latijn “gravis olere” hetgeen betekent “sterk rieken”.
Kenmerk
De forse vertakte plant is slechts éénjarig en heeft holle stengels. Er komen fraaie grote losse gele bloemschermen met veel stralen. Het blad is driedubbel fijn geveerd en draadvormig. Wat blauwgroen van kleur en fijn behaard.
Sterk gelijkend op de overjarige Venkel (ook gele schermen). Er zijn 5-delige kleine bloemen zonder omwindsel op lange stralen. De tweedelige ovale vrucht (ca. 5 mm) is breed gevleugeld.
Veel bijen, vliegen en kevers bezoeken de bloemschermen vanwege nectar en stuifmeel.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen