Het Drents en ook wel het Amerikaans en het Canadees Krentenboompje vormen hoge dichte struiken en zelden een kleine boom. Ze worden tot de Rozenfamilie gerekend en daarin tot de Appelonderfamilie (Maloideae). Voorjaars ontluiken in zachte kleuren en herfstig afscheid in felle kleuren is deze al in de 17e eeuw uit Z. Canada in Frankrijk ingevoerde struik eigen. Er zijn diverse varianten en de naamgeving is verwarrend.
Bloei
April – mei.
Leefplek
Hoge zandgronden; vooral zonnige kapvlakten en licht beschaduwde bosranden. In Drente en de Kempen wijd verbreid aanwezig.
Areaal
Sinds de 19e eeuw in ons land in Drente en Overijssel aangeplant. Ook in de aangrenzende landen. De “Amelanchier ovalis” of “Europees Krentenboompje” is een soort die in bergachtig gebied van Europa thuis is. Het draagt ovale bladeren weergegeven met het Latijnse “ovalis”.
Naam
Vroeger heeft het geslacht ook “Rotsmispel” (=”Mespilus”) geheten maar de naam “krentenboompje” lijkt meer op zijn plaats. De bloemtros met later de besachtige vruchten heeft iets weg van een druiventros waarvan de “druifjes” tot “krenten” gedroogd worden.
De wetenschappelijke geslachtsnaam “Amelanchier” is genomen naar een soort die in de Provence “amelancier” heet. De soortnaam “lamarckii” is een eerbewijs aan de grondlegger van de evolutieleer Lamarck. Volgens Heimans, Heinsius en Thijsse gaat het hier om een soort die waarschijnlijk uit bastaardering is ontstaan en zich als zodanig enorm verspreid heeft. Genoemde soortnaam heeft zo ook nog enige realiteitswaarde want Lamarck was een evolutiedenker. Hij zag de evolutie van plant en dier als een aanpassing aan de omstandigheden tot op een niveau dat het genetisch doorgegeven werd.
De latere Darwin legde sterker de nadruk op natuurlijke selectie d.w.z. de best aangepaste bleef in leven en gaf dat door in de voortplanting.
Kenmerk
Een weelde van trossen witte bloemen met elk vijf lancetvormige kroonblaadjes siert de lente. Al snel rijpen de kleine besvruchten van groen via geel en rood naar paarsblauw met een zilverzweem. Evenals de appelboom heeft ook het krentenboompje een krans van kelkbladeren in stervorm op de halfonderstandige kleine vruchtjes.
Het omgekeerd eironde blad met fijn gezaagde rand komt tegelijk met de bloesem tot ontwikkeling en kleurt geleidelijk van geelbruin en zacht purper tot groen. De wat zoetig smakende vruchten vol kleine pitjes zijn eetbaar en worden door vogels al vrij gauw buit gemaakt.
De vroegere aanplant voor verbetering van arme grond werd al snel door verwildering buiten de oorspronkelijke terreinen uitgebreid dankzij de voorspoedige zaadverspreiding door vogels. Net als bij de Amerikaanse vogelkers onderdrukt ook deze importstruik door zijn dichte bladerkroon ondergroei van bosplanten en is dus zo ook als een “bospest” te betitelen.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen