dn nieuwe hof kop 202310

Driekleurig viooltje – Viola tricolor; Tuinviooltje – Viola spec.; Akkerviooltje – Viola arvensis

In de Viooltjesfamilie bestaat een grote bastaardering en chaos door kruisingen. Vanuit de talloze kweekproducten (Tuinviooltje) treedt al snel weer verwildering op richting Driekleurig Viooltje. De bonte veelkleurigheid van de kweekvormen neemt dan weer af. Het natuurlijke Driekleurig Viooltje heeft wel meer pasteltinten. Het vervulde een belangrijke rol in natuurgeneeswijzen en literatuur (Frans: pensée; Engels: pansy).

Driekleurig viooltje - Viola tricolor 4op3

Bloei

Wilde viooltjes zijn minder vroeg dan gekweekte vormen die kunstmatig voorgetrokken worden en geselecteerd zijn. In april komen de eerste in bloei. In wezen zijn deze viooltjes éénjarig maar ze kunnen overwinteren.

Leefplek

Zandige open bodems zijn geliefd. Bermen, ruderaal, moestuinen, akkerranden, ruig grasland.

Areaal

Kosmopoliet met speciale voorkeuren. Akkerviooltje kiest voor akkergrond. Het zeldzame geelbloeiende Zinkviooltje kiest voor zinkhoudend beekdal (Geul). Tuinviooltjes kiezen voor tuinen en ruigten. Driekleurig viooltje is in zonnige bermen en ruigten te vinden.

Naam

Al in het oud-Grieks werd het woord “(v)ion” gebruikt om liefst geurige planten aan te duiden zoals bijv. “violieren” en “viooltjes”. In het Latijn werd dat dan het verkleinwoord “viola”. “Driekleurig” is letterlijk “tricolor” en “arvensis” betekent “van het bouwland”.

Akkerviooltje - Viola arvensis tekeningKenmerk

De bloem van het Driekleurig viooltje is de grootste onder de wilde. De kleur is meest blauw-violet boven met in het midden geel en onderaan een witte kroonbladrand. De tweezijdig symmetrische bloem heeft een streepvormig honingmerk (“denkfrons”) en een kort spoor. De kelk is meestal wat smaller dan de kroon.
De onderste bladeren zijn eivormig en licht getand. Liervormig zijn de steunblaadjes. De hogere bladeren zijn smaller en wigvormig van voet.
Het Akkerviooltje heeft de neiging tussen het graan mee omhoog te groeien en kan zodoende flink lang worden. Bij het Akkerviooltje zijn de bladeren veel smaller. De bloemen zijn maar klein (10-15 mm) en geel met wit en wat blauw. De kelkslippen steken wat uit.
Bij de grotere bloem van het Driekleurig viooltje zijn de bloemkleuren al wat meer uitgesproken, maar wel in allerlei combinaties.
De doosvrucht heeft 3 openspringende kleppen die de zaden wegslingeren. Ook mieren zorgen voor de verspreiding van de zaden vanwege een aantrekkelijk mierenbroodje.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen