Tot de Papaverfamilie behoort naast de Duivenkervel soorten ook de Helmbloem.
Bloei
Overblijvende polvormende planten met wortelstok die vanaf mei hun sierlijke bloemtrossen vertonen.
Leefplek
Vooral op en naast oude muren en steenformaties, trottoirs en stoepen.
Areaal
De afkomst uit berggebieden van Alpen en Balkan is terug te vinden in de groeiplaatsen in Nederland en verder in W. en M. Europa. Mogelijk medio 1800 eerst als sierplant in tuinen ingevoerd, maar spontane groei langs de rivieren is ook mogelijk. Geleidelijk heeft de Helmbloem zich over het hele land verspreid.
Naam
De typische helmvormige bloemen hebben ten grondslag gelegen aan de naam en de bijpassende kleuren hebben dat eveneens. Daarbij is “lutea” inderdaad “geel” en “ochroleuca”, dat samengesteld is uit het Griekse “ochros” voor “oker” en “leucos” voor “bleek”, komt dus ook uit diezelfde hoek.
De naam “Corydalis” verwijst naar de Kuifleeuwerik. De bijzondere vorm van de bloem heeft tot veel volksnamen geleid en dan speciaal in vergelijking met vogels.
Kenmerk
Talrijke bloemtrossen staan tegenover de bladstelen. De typische bloemen van deze planten staan horizontaal en hebben inderdaad de vorm van een helm waarbij de spoor wat neergebogen is. Ze zijn uit 4 kroonbladen samengesteld waarbij de boven- en onderlip omgebogen zijn. De peulvormige doosvrucht met enkele zwarte ronde zaden gaat hangen en splijt met twee kleppen open.
De bossige groei vanuit een wortelstok voortkomend maakt deze vaak als hangplant groeiende tot een sieraad van kades, muren, wallen en ruïnes.
Het donkergroene of grijsgroene blad is sterk verdeeld in drie aan de top soms hartvormig ingesneden delen aan een wat rossig aangelopen stengel.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen