De Ruwbladigenfamilie omvat diverse blauw/rood bloeiende geslachten. Kenmerkend is de schicht-bloeiwijze. Hierbij staan de bloemen in twee rijen afwisselend naar rechts en links omhoog gericht.
Bloei
Vanaf maart al in bloei.
Leefplek
Voedselrijk vochtig loofbos Z. Limburg en tuinen. Ook als stinzenplant voorkomend.
Areaal
Z., M. en O. Europa.
Naam
De Nederlandse benaming “Longkruid” is dezelfde als de wetenschappelijke waar “Pulmonaria” in de betekenis van “bij de long behorend” afgeleid is van het Latijnse “Pulmo” voor long. De plantenwortel werd eertijds gebruikt bij longaandoeningen. Vandaar ook de vermelding “officinalis” die zoveel als “uit de apotheek” beduidt.
Kenmerk
Overblijvende lage planten met bleekgroene vlekken op een behaard blad. Lange bladstelen en aparte langere bloemstengels komen vanuit een sterk vertakte wortelstok. De gewone bladstengels dragen eivormige spitse bladeren en deze hebben een gevleugelde voet. De bloemstengels dragen ongesteelde ovale bladeren. De bloeiwijzen staan in de bladoksels.
De 5-tallige bloemen zijn alzijdig symmetrisch. De bruingroen-rode behaarde spitsbladige kelk omsluit de bloembuis met een open kroon. De meeldraden steken daar even uit. In de knop zijn de bloemen eerst rood en bij volle bloei blauw. De basis van de kroonbuis blijft rood.
Wilde bijen zorgen voor kruisbestuiving en mieren komen hun mierenbroodje ophalen en de zaden tegelijk verspreiden.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen