Gewone Brem hoort tot de Vlinderbloemenfamilie. Er is ook een apart Heidebrem-geslacht.
Bloei
De Brem bloeit langdurig op de overgang van lente naar zomer. De eerste bloei vindt al vanaf medio mei plaats.
Leefplek
Op zonnige lichte zandige grond voelt Brem zich het beste thuis. Wat lemige vermenging wordt op prijs gesteld. Bosranden en wegtaluds, spoordijken en op de heide. Ook in kalkarme duinen.
Areaal
In heel W. en M. Europa behalve het hoge noorden van oorsprong aanwezig, is de struik door de mens nog verder verspreid (o.a. N. Zeeland).
Naam
De naam “Brem” is evenals de naam “Braam” van origine in gebruik voor “Stekel” (ook “Braam” aan een mes of metaal). De Gewone Brem is echter zonder stekels i.t.t. de Stekelbrem die tot het geslacht “Heidebrem” behoort.
“Cytisus” komt van het eiland “Cythnus”, één van de Cycladen in de Egeïsche Zee. De toevoeging “scoparius” is afgeleid van het Latijnse meervoud “scopae” waarmee “twijgen” worden aangegeven die tezamen een “Bezembrem” vormen. Engels “Broom”.
Kenmerk
De in de winter kale dicht vertakte struiken dragen nog lang de oude bruinzwarte peulvrucht resten. De blaadjes zijn klein, ovaal en vaak gedrieën meest aan het eind van de lange vijfkantige altijdgroene takken. De struiken bevriezen door strenge vorst waarbij de takken zwart worden, maar kunnen anders maximaal 12 jaar oud worden. Ze hebben een flinke penwortel en een houtige stam. De struiken kunnen tot 2 m hoog worden.
De typische goudgele vlinderbloemen staan verspreid in aarvormige bebladerde trossen. De vijftandige klokvormige kelk op korte kromme steel omsluit de uitgroeiende bloemkroon. Deze bestaat uit 5 kroonbladen waarbij de vergroeide kiel de 10 meeldraden en stamper verbergt. De vlag en de twee vleugels ontplooien zich en door het gewicht van een landende hommel buigt de kiel omlaag en komt de inhoud explosief tevoorschijn (springveermechanisme). De bloemen verspreiden een specifieke zoete geur.
Een peulvrucht – tweekleppige doosvrucht met twee zaadlijsten – groeit uit tot ca. 3-4 cm lengte. Door uitdroging knapt de vrij platte zwarte peul open en slingert de bruinzwarte giftige korrelzaden voorzien van een mierenbroodje weg. Ontkieming pas na twee jaar.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen