Deze Gerstsoorten behoren tezamen met nog een aantal wilde vormen zoals Veldgerst, Zeegerst en Kruipertje tot de Grassenfamilie.
Bloei
De bloei vindt eind mei/begin juni plaats. Zelfbestuiving.
Leefplek
Waar andere graansoorten niet meer verbouwd kunnen worden kan gerst dat nog wel. Van Marokko tot de droge hete steppen van Voor-Azië en op grote hoogten van Tibet. Zelfs op permafrost grond als deze tenminste 3 maanden tot op 35 cm ontdooit. Gerst heeft een korte ontwikkelingsperiode en kan al binnen 70 dagen geoogst worden.
Niet de “Hordeum distichon” maar wel de “zesrijige” soort (“Hordeum vulgare”) is voor onze streken het belangrijkste voedingsgewas geweest. Gerst is weinig gevoelig voor zilte omstandigheden en kon dus goed op de oeverwallen verbouwd worden.
Areaal
Kosmopoliet. Gerst behoort tot de vroegst geteelde gewassen en is uit Mesopotamië, Israel en het oude Egypte bekend. Eerst heeft het de mens lang tot voeding gediend en zo zijn er naaktkorrelige rassen ontstaan. Nu worden weer meest kafdragende soorten verbouwd.
Ook zijn de meerrijige rassen weer meest in onbruik geraakt want voor wintergerst als voedergewas gebruikt men vooral vierrijige gerst. Brouwersgerst is tweerijig (Hordeum distichon) met grote korrels en kan als zomergerst of wintergerst verbouwd worden voor de bier en whisky bereiding.
Naam
De wetenschappelijke naam “Hordeum” komt van het Latijnse “Horrere” dat “ruig, stekelig zijn” betekent. Hieruit is ook het Germaanse “g(e)rst” ontstaan. De “vulgare” vorm is dan “de gewone”. De “distichon” soort heeft twee rijen aartjes. Deze benaming stamt af van het Latijnse “distichus” (“twee regels”).
Kenmerk
De losse pollen van de eenjarige (zomergerst) of tweejarige (wintergerst) met hoge holle stengels dragen aren die zwaar genaald zijn en flink overhangen. Die aar is opgebouwd uit twee of meer rijen aartjesbundels. Iedere bundel bestaat uit drie aartjes die afhankelijk van de soort tegen de getande aarspil aanliggen of wel afstaan.
Zowel de kelkkafjes als de lemma´s dragen een naald aan de top. Op de overgang van bladschijf naar schede is een tongetje met twee oortjes.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen