dn nieuwe hof kop 202310

Gewone reigersbek – Erodium cicutarium; Duinreigersbek – Erodium cicutarium ssp dunense; Kleverige reigersbek – Erodium glutinosum

De Reigersbek is een Ooievaarsbekfamilie lid. De opvallende vruchtvorm heeft tot de passende benaming geleid. Reigers vliegen met een gekromde nek!

Gewone reigersbek - Erodium cicutarium 4op3

Bloei

Eenjarige planten die door hun vroege bloei en massaal voorkomen de aandacht trekken. De openspringende vruchtdozen slingeren zaad in het rond.

Leefplek

Schrale droge bermen kleuren al in maart door massaal optreden. Ook op zandstorten en wegwerken. In het duingebied zijn er nog twee kleinere varianten met roze bloemen: Duinreigersbek (Erodium cicutarium subsp. dunense) en Kleverige reigersbek (Erodium glutinosum).

Areaal

Noordelijk Halfrond kosmopoliet vanuit de Mediterranee uitgevlogen.

Naam

De “Reiger” in het oude Griekenland werd “Erodios” genoemd. De Romeinen maakten daar “Erodium” van.
De toevoeging “cicutarium” lijkt wat ver gezocht want deze houdt verband met de Waterscheerling en de Dolle Kervel (“Cicuta”) waarvan het blad een gelijksoortige vorm heeft. Dus betekent “cicutarium” zoveel als “gelijkende op het blad van de waterscheerling”. De “Kleverige” is precies dezelfde als de “glutinosum”.

Gewone reigersbek - Erodium cicutarium tekeningKenmerk

Lage plant met penwortel en wortelrozet om dikke stengel. Door de fraai gevormde veervormig diep ingesneden bladeren heel sierlijk en ook hittebestendig. De behaarde rood aangelopen bloeistengels vertakken telkens ongelijk gaffelvormig met stengelbladen.
Ze dragen in de top een schermpje met 5 of meer purperroze bloemen. Er zijn bruinachtige schutblaadjes onder het scherm. De bloemen zijn maar één morgen open. De bovenste twee iets ongelijk grote kroonbladen dragen een donkere centrale vlek.
De behaarde vrucht heeft een opstaande lange snavel waarvan de 5 kleppen met zaden en al bij rijpheid naar boven in spiralen oprollen. De zaadjes worden samen met de rechtswindende spiraal weggeslingerd. Op de grond strekken en krommen de behaarde spiralen zich weer door afwisselend vocht en droogte. Zo werken ze het zaadje de grond in.
De Duinvarianten hebben minder en kleinere bloemen. De Kleverige is de kleinste en wordt vaak vol zandkorrels aangetroffen. De bloemblaadjes zijn hier lichtroze of wit.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen