dn nieuwe hof kop 202310

Gewone tarwe – Triticum aestivum; Emmer – Triticum dicoccum; Eenkoorn – Triticum monococcum; Spelt – Triticum spelta

De Tarwesoorten worden tot de Grassenfamilie gerekend.

Tarwe - Triticum spec. 4op3

Bloei

De bloei in de zomermaanden is niet essentieel. De plant is ook zelffertiel. Gewone Tarwe is een éénjarig cultuurgewas overwinterend (=wintertarwe) of (=zomertarwe) waarvan de bloeitijd in juni-juli valt.

Leefplek

Meest op zwaardere grond wordt de Tarwe geteeld in vele kweekvormen. Hoge opbrengst. Zelden als verwilderd aan te treffen. Afkomstig uit het Nabije Oosten en in de Steentijd al gezaaid. Voor vele doeleinden in gebruik zoals brood, deeg, bier, zemelen, gort, stro, stijfsel, enz. Het Eenkoorn was al in de Oude Steentijd in gebruik op armere grond. De opbrengst was nog laag. Spelt is weer in opkomst vanwege goede eigenschappen (niet glutenvrij). Spelt moet wel gepeld worden en bevrijd van de niet met de korrel vergroeide kafjes.

Areaal

De hele aardbol behalve de koude gebieden. Maar meest in de gematigde zone.

Naam

“Triticum” is “Gemalen, gedorst” en is afgeleid van het Latijnse “Terere” dat “Wrijven, malen” betekent. “Tritum” is dus “Gemalen, plat gewreven”. Daarbij beduidt “aestivum” dat het gewas “zomers” is (“aestas = zomer”). En “dicoccum” is “tweezadig”.

Kenmerk

De nu gebruikte tarwevarianten met rechtop staande aren – veelal zonder naalden – worden op ongeveer 10000 geschat en behoren tot drie hoofdgroepen, die zich door hun chromosomen aantallen onderscheiden:

  • Eenkoornrassen – met naalden – hebben 14 chromosomen (AA) en zijn nooit in W. Europa geteeld.
  • Tweekoornrassen (Emmer) – met naalden – zijn wel hier verbouwd (AABB) getuige de vondsten bij opgravingen in Wageningen uit de Romeinse tijd.
  • Broodtarwerassen (AABBDD) behoren tot de nu in cultuur zijnde soorten.

De chromosomen BB zouden afkomstig kunnen zijn van een Aegilops of Agropyron variant terwijl de DD chromosomen waarschijnlijk van de grassoort Aegilops squarrosa afstammen.
De eerste cultuur van tarwe zal ongeveer 20000 jaar v. Chr. begonnen zijn. Egyptische mummietarwe uit 6000 v. Chr. had zeker al duizenden jaren veredeling achter de rug.
Tarwe geteeld op 1% van de aardbol is bij uitstek geschikt als broodtarwe. De mate van uitmalen bepaalt de geschiktheid voor verschillende doeleinden. Het gehalte aan gluten-eiwitten geeft kleefkracht en komt vooral uit het kiemwit, dat het grootste deel van de korrel inneemt. De rest van de korrel bestaat uit de aleuronlaag, de met de vruchtwand vergroeide zaadhuid en de kiem (embryo). Wit meel bevat alleen kiemwit materiaal. Bruin meel ook de rest. In de vruchtwand zitten veel B-vitaminen en mineralen.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen