De Waternavel is merkwaardig genoeg ondergebracht bij de Schermbloemfamilie.
Bloei
De zomerbloei begint toch al in mei.
Leefplek
In lage vijveroevers, veenmoeras, rietkraag en venrand. Ook in greppels en natte hooilanden. Zure baggerstorten en mossige duinvalleien. Echte zonliefhebber met de uitgespreide bladeren.
Areaal
Gematigde zone van Europa.
Naam
In de benaming “Waternavel” worden de groeiplek “Water” aangeduid en het typische centrale kuiltje in het blad, de “navel”.
Het Griekse “hudór” betekent ook “water”. Daarnaast is het Griekse “kotulèdón” het beste te vertalen met “schotel” waarmee dus ook weer naar het blad verwezen wordt. En hier is het dan de “gewone” (=”vulgaris”) waternavel.
Kenmerk
Deze waterminnende plant ligt als het ware op de natte grond. Stengels en bladeren kruipen voort en hier en daar zet de plant zich op knopen vast met een bosje worteltjes. De ook op de knopen groeiende langgesteelde vettig glimmende bladeren zijn rond met insnijdingen en hebben op de centrale stengelaanhechting een kuiltje. Waternavel is overblijvend.
Eveneens op de knopen zijn dunne stengeltjes met groepjes kleine witte/roze bloempjes te vinden. De bloemen zijn vijftallig en verschuilen zich meestal onder de bladeren. Ze staan in kransen; soms ook boven elkaar in kransen.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen