Ook deze éénjarige plant behoort tot de Duizendknoopfamilie.

Bloei

Vanaf mei is de plant tot in de herfst in onopvallende bloei.

Leefplek

Varkensgras is een echte tredplant tezamen met straatgras en weegbree. Overal vindt het wel een plekje om te groeien. Tussen stenen en tegels, langs betonranden en in de bermrand. De zon wordt ten volle verdragen en opgezocht. Ook op platgetreden natte of droge grond zoals op erven en braakliggende terreinen.

Areaal

Kosmopoliet net als diverse andere leden van de familie van de Duizendknopen.

Naam

Het is al eeuwen lang bekend, dat varkens het kruid graag eten. Overal op het erf was de plant dan ook te vinden (“Gewoon”). Maar een “gras” is het niet. De verwantschap met de “Duizendknoop” is verwoord in “Polygonum” (=”veel-knie, knoop”). Als vogelvoer diende het zaad en dat leverde de toevoeging “aviculare” op (“vogeltjesachtig”).

Kenmerk

De in het voorjaar kiemende plant begint met eerst een opgaande stengel te vormen. Die valt daarna om en vertakt zich. Er zijn inderdaad in de plat liggende taaie stengels veel knopen. De kruipende stengels kunnen hele matten vormen. Ze hebben meest lancetvormige kleine bladeren. Op meer open plekken groeiend kan het Varkensgras ook wel de hoogte in groeien en grotere bladeren vormen. Wellicht is dit een variant.
In de oksels van de ovale bladeren zijn heel kleine groenachtige roze bloemen te vinden. Soms alleen, soms in kluwens. De bij de bladeren aanwezige steunblaadjes zijn vliezig en tot een stengelomvattend tuitje vergroeid. De tweeslachtige bloempjes bestaan enkel uit een bloemdek uit 3-6 delen bestaande. Het nootje is dof, driehoekig en blijft omsloten door het bloemdek.

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen