dn nieuwe hof kop 202310

Gifsla – Lactuca virosa; Kompassla – Lactuca serriola

Beide Slasoorten maken deel uit van het geslacht Sla (Lactuca) binnen de grote Composietenfamilie.

Kompassla - Lactuca serriola 3op4Bloei

De bloei van deze tweejarigen is toch vrij laat vanaf de maand juli. Ze moeten eerst nog flink uitgroeien.

Leefplek

Verrommelde stikstofrijke groeiplekken, rotsachtige en omgewerkte bodem, braakliggende bouwterreinen.

Areaal

Europa Z.W. en uitbreiding in W. en M. Europa. Ook in de rest van de wereld ingevoerd en gekweekt. Al bekend bij Hippocrates (ca. 400 v.Chr.).

Naam

Het woord “Sla” is een verkorting van “Salade”. Dat is weer afgeleid van het Romeinse “insalata” oftewel “ingezouten”, samenhangend met de oude gewoonte tot bereiden en bewaren door in te zouten.
De geslachtsnaam “Lactuca” is afgeleid van het Latijnse “Lac” dat “melk” betekent. Het bittere melksap in de plant is daar de oorzaak van.
Het “Gif” (“Virosum” in het Latijn) is ontleend aan de lichte opiumachtige invloed van het extract. De plant is ook wel “Wilde Sla” genoemd of Frans: Laitue vireuse en Engels: Bitter lettuce. De planten werden hiervoor zelfs gekweekt.
“Kompassla” heeft de eigenaardige eigenschap om de smalle lange N-Z staande bladeren aan de voet een kwartslag in de verticale stand te draaien. De O-W bladeren blijven gewoon aan de stengel om het middagzonlicht maximaal op te vangen.
Het “serriola” betekent zoveel als “gezaagd”.

Kenmerk

De Slasoorten hebben melksap dat bij beschadiging vrijkomt. Bij Gifsla kleurt het direct geel en later bruin. Bij de Kompassla duurt dat een half uur.
Er is een lange penwortel. De forse (tot 2 m) Gifsla-planten dragen blauwgroene lange spitse bladeren met kartelrand. Alleen de middennerf draagt aan de onderzijde kleine stekeltjes. Bij de Kompassla zijn het er veel die zich daar ook voortzetten op de stengels en de bladrand.
In een eindstandige losse tros, enigszins pyramidaal van vorm op de top van de stengel, komen de bloemhoofdjes tot ontwikkeling. De sigaarvormige bloemknop bestaat uit enkele rijen omwindselblaadjes. Daarbinnen zijn alleen geurige lichtgele lintbloemen.
De nootjes met 5 ribben hebben een lange snavel en worden donker. Ze zullen door een witte pappus weggedragen worden.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen