Groot heksenkruid – Enchanter’s nightshade – Tovenaars nachtschade. Lid van de Teunisbloemfamilie en geen familie van de Nachtschade. Er is ook een Kleine en een Alpiene vorm.
Bloei
Bloeit vanaf juni tot september.
Leefplek
De planten groeien in halfschaduw op natte plaatsen onder bomen.
Areaal
Gematigde zone van het noordelijk halfrond.
Naam
De in de Griekse mythologie bekende tovenares Circe gaf een drankje bereid uit deze plant aan de varensgezellen van Odysseus en veranderde hen daarmee in varkens om hen daarna op te eten.
De toevoeging “lutetiana” is genoemd naar Parijs dat in de Romeinse tijd Lutetia heette en als “heksenstad” betiteld werd. Vandaar dat de Franse naam luidt “Circée de Paris”.
Wie in het bos het Heksenkruid tegenkomt zou volgens de overlevering kunnen verdwalen.
Kenmerk
Overblijvende plant met lange witte wortelstok. Slanke stengels tot 70 cm hoog. Tegenoverstaande lichtgroene langgesteelde bladeren die eivormig zijn met een vrijwel gladde rand en uitlopend in een punt.
Uitzonderlijke bloemen met slechts twee witte en iets roze bloembladen. Het lijken er wel vier te zijn maar dat komt doordat ze diep ingesneden zijn. De bloem is geheel tweetallig hetgeen zelden voorkomt. De twee meeldraden en de nog langere stamper met zijn twee stempels steken flink vooruit.
Er worden vanuit het onderstandige vruchtbeginsel vruchtjes gevormd die met hakerige haren bezet zijn en op harige knotsjes lijken. Na het afvallen van de bloem hangen de vruchtjes naar beneden om zo door dieren gemakkelijk meegenomen te kunnen worden. De kleine onopvallende bloemen worden slechts 3-7 mm groot. Ze zijn in een zeer losse tros verenigd die ruim boven de bladeren uitsteekt.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen