Haver behoort met de aanverwante soorten tot de Grassenfamilie.
Van het geslacht Haver heeft men diverse soorten gekweekt met meer chromosomen, bedoeld voor een hogere opbrengst.
Bloei
De bloei na zaaien in het voorjaar vindt in de zomer plaats.
Leefplek
Op akkers groeit Haver als cultuurgewas en in bermen en op ruderale terreinen verwilderd. Hetzelfde leefgebied geldt voor de Oot en dat maakt dit ‘onkruid’ moeilijk bestrijdbaar.
Areaal
Vermoedelijk is Haver alleen in Europa als gewas verbouwd. De oudste vondsten stammen uit de Late IJzertijd (Bodenmeer paalwoningen). De Romeinen troffen bij de Germanen de haver aan waar hij volgens Plinius een geliefd voedingsmiddel was. Voor de mens is haver minder als voeding in gebruik geraakt maar als veevoeder is hij nog volop gewenst. Kosmopolieten van de gematigde zone.
In Midden-Europa komen nog verschillende wilde soorten voor, die ook ten dele met cultuurhaver kunnen bastaarderen. Vermoedelijk is de Oot de stamvader geweest. Evene (= “Zwarte Haver”) is nu onder de naam “Japanse Haver” in gebruik gekomen als groenbemester en aaltjesbestrijder.
Naam
De herkomst van de naam “Haver” is onzeker. Daarbij is “Avena” (F.“Avoine”) als mogelijke bron de oude Latijnse benaming en tevens de grondslag voor de naam “Evene”. Misschien is er verwantschap met het “capron(e)ae” dat “haar langs de slapen” betekent. Dan zou “de harige” toepasselijk zijn gezien de lange kafnaalden.
De soortnaam “strigosa” betekent “schraal” en dat is vanwege korte naalden. De “sativa” toevoeging verwijst naar “gezaaid” gewas. Dan is de “fatua” (Oot) een “laf, smakeloos” soort haver dat men liever niet in de cultures aantrof. Wellicht dat de naam “Oot” afstamt van het Griekse “oidaó” dat “ik zwel” betekent en betrekking kan hebben op de dikkere aren, die drie i.p.v. twee zaden per bloempje bevatten.
Kenmerk
Opgaande holle halmen dragen verschillende grijsgroene flinke bladeren. Deze eenjarige grassoorten worden middelhoog en bloeien met een los hangende pyramidevormige rondom gespreide pluim. De kafjes zijn papierdun en geribd. De bloempjes dragen aan het lemma een geknikte naald.
Bij Haver breken de 2 bloempjes bij rijpheid niet uit maar worden pas bij het dorsen afgebroken. Bij Oot vallen de 2-3 bloempjes wel uit de aartjes waarbij ze langs een breuknaad afbreken. De zeldzame Evene heeft een éénzijdige pluim en behaarde aartjesspil.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen