Ook deze klaversoort hoort tot de Vlinderbloemenfamilie.
Bloei
De vrij langdurige bloei begint na de langste dag.
Leefplek
Zoals de naam al aangeeft zijn de akkerrand en bermen de geliefde groeiplekken. Op open wat zure zand- en veengrond. Ook moderne groeiplaatsen zoals bouwterreinen en braakliggende ophooggebieden worden uitgekozen.
Areaal
Europa behalve het noorden.
Naam
De zachtharige grijzige bloeiwijze in de vorm van het uiteinde van een hazenpootje heeft dus een toepasselijke naam gekregen. Het blad in klavertje-drie verdeeld levert de geslachtsnaam “Trifolium” op en de standplaats “in de ploegvoor” zorgt voor “arvense”.
Kenmerk
Soms tweejarige vrij lage bossige planten met nogal schaars grijs behaard langwerpig deelblad. De bovenste blaadjes zijn zittend.
De opvallende dikke ovale tot langwerpige grijze bloeiwijze kenmerkt de plant. De eerst bolvormige bloeiwijze op lange steel strekt zich geleidelijk aan tot langwerpige hoofdjes. De kelktanden zijn lang en behaard. Ze steken ver buiten de bloemen uit. De eerst witte, later rode en tenslotte bruine kleine vlinderbloempjes zitten tussen de harige massa verstopt. In de mini-peultjes zit maar één zaadje.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen