De Heggenduizendknoop en de verwante Chinese bruidssluier behoren tot de Duizendknoopfamilie. Beide zijn nauw verwant aan de Zwaluwtong (Fallopia convolvulus).
Bloei
De omvangrijke bloemenweelde begint in juli en duurt de zomer door.
Leefplek
Op warme kalkrijke groeiplaatsen, in heggen en hakhout en op ruderale plaatsen groeit de eenjarige Heggenduizendknoop. Vooral in rivierengebied en binnenduinen. Ook langs spoorbanen en in parkbossen.
De overjarige Chinese bruidssluier houdt van veranda’s, schuttingen, muren en oude schuren en is verder veelal verwilderd uit aanplant in tuinen.
Areaal
Voornamelijk in de gematigde zone van Euraziƫ.
Naam
De namen zijn duidelijk ontstaan vanuit de groeiplaats “Heg” en de vorm “Sluier”. De “duizend knopen” zijn wel wat minder talrijk maar er zijn in de stengels zeker veel (“poly”) knopen of knieĆ«n (“gonu”).
De toevoeging “dumetorum” betekent zoveel als “in heggen en hagen”. De naam “Fallopia” is ontleend aan de Italiaanse botanicus Fallopio. Auberti was een andere onderzoeker.
Een roze bloeiende variant van de sluier is de “baldschuanica”.
Kenmerk
De beide planten zijn klimmers als lianen. De Heggenduizendknoop heeft als eenjarige plant enkele meters lange stengels. Het langgesteelde blad is lichtgroen, glad en hartvormig. Het groeit op de knopen.
De houtige Chinese Bruidssluier heeft het voordeel van het overjarig zijn en klimt per jaar vele meters.
De typische bloemen in losse ijle pluimen bestaan uit groen/witte puntige bloemdekblaadjes. Vele pluimen tezamen vormen hele bloemsluiers. De bloemdekblaadjes zijn duidelijk gekield met daarop een brede vleugel.
Het glanzende vruchtje – met centraal een iets roze en later zwart ovaal nootje – gaat met drie vleugels hangen.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen