Tot de Kruisbloemenfamilie behoren diverse soorten geel bloeiende planten en wel speciaal het geslacht Mosterd en het geslacht Radijs. Knopherik en Radijs zijn even nauw verwant als Herik en Mosterd.
Herikzaad heeft een purgerende werking en maakt als toevoeging aan mosterd deze bitter van smaak. Voor Knopherik geldt dit ook.
Bloei
Al vanaf begin april langs de weg present en door de zomer heen.
Leefplek
Eigenlijk is Herik een akkeronkruid. Grote hoeveelheden komen tegenwoordig tijdelijk voor op pas aangelegde wegbermen, bouwterreinen en zandbanen. Als er maar grondverzet heeft plaats gevonden. Vooral op voedselrijke leem- en klei-bodems.
Op zandige minder voedselrijke en drogere bodems groeit meer de Knopherik die ook als akkeronkruid tot ons kwam.
Areaal
Kosmopolieten. Cultuurvolgers vanuit het Middellandse Zeegebied als akkeronkruid hier gekomen. Echter dankzij kunstmest en bestrijdingsmiddelen nu nauwelijks meer op akkers te vinden.
Naam
In het oud Grieks werd “Mosterd” al “Sinapu” genoemd. Het Latijnse “arvensis” geeft de groeiplaats “op het veld” en “in het wild” aan. Ons woord “Herik” is een verbastering van “hederik” dat afstamt van het Latijnse “hederaceus” en dat staat voor klimopachtig. De onduidelijke overeenkomst moet in het blad gezien zijn.
De Knopherik is herkenbaar aan de knobbelig ingesnoerde snavelvruchten. “Raphanus” is de naam voor Radijs, waar deze plant sterk op lijkt en dus is “raphanistrum” wel nadrukkelijk “radijsachtig”.
Kenmerk
Eénjarige forse behaarde vertakte planten opvallend door de gele bloei. Herik en Knopherik zijn groter van bloem dan Koolzaad en lichter geel, wit en iets paars geaderd. Viertallige bloemen in een eindstandige tros die steeds verder uitgroeit. De bovenste bladen zijn nauwelijks ingesneden. De onderste zijn meer liervormig. Zoals vele verwanten leveren de Herik en de Knopherik nectar aan de bijen.
De vrucht is een hauw met een lange loze dunne punt tot minstens een derde deel bij de Herik. De snavelvrucht van de Knopherik met krachtige nerven is knobbelig ingesnoerd om de zaden. De hauwen zijn bij beide soorten iets afstaand bij de stengel. Ze vallen bij rijpheid in delen uiteen. Het overvloedige zaad blijft lang kiemkrachtig in de bodem liggen.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen