De tweehuizige Hop hoort bij de Hennepfamilie.
Bloei
De bloei vindt in de zomer plaats nadat de overjarige slingerplant opnieuw helemaal is uitgegroeid.
Leefplek
Op vochtige grond in bossen, struwelen en bosranden. Voedselrijke humeuze bodem. Lichtminnend en snel omhoog groeiend.
Areaal
Inheems in Eurazië. Veel gekweekt voor gebruik van de vrouwelijke bloemen bij de bierbereiding als smaakmaker. Verwilderd.
Naam
De herkomst van de naam ”Hop” is onduidelijk tenzij ermee “massa, hoop” bedoeld wordt.
In de Middeleeuwen werd de Hop met het woord “Hommel” aangeduid. In Z. Nederland is dat nog zo. In het Frans is dat “Houblon”. In het Zweeds heet het “Humle”. Dat heeft Linnaeus waarschijnlijk vertaald naar “Humulus”.
Daarnaast komt dan nog “lupulus” wat gewoon een verkleinwoord is van “lupus” voor “wolf”. Dat “lupulus” (=”kleine wolf”) is al vanaf de Romeinse tijd de naam voor hop. Ook toen al wist men dat de plant net als de nauw verwante hennep een specifiek kalmerende invloed had, die in geneeskunde, magie en toverij toepassing vond. Ook in andere plantennamen komt “wolf” voor en geeft aan dat de plant gevaarlijk kan zijn.
Kenmerk
Meterslange stengels slingeren zich rechtsdraaiend omhoog aan alles wat maar steun biedt. In het begin slingeren zelfs enkele jonge stengels zich om elkaar tot een steunpunt bereikt is. Uitgroei tot de langste stengels van klimplanten in ons land. Deze door knobbeltjes ruwe en zeer taaie stengels sterven in de winter weer af. De plant overleeft.
De gesteelde handvormig meest in drieën gespleten bladeren staan in paren tegenover elkaar gedragen door steunblaadjes. De bovenzijde is even ruw als de stengels. De rand is gezaagd en de bladvoet is hartvormig.
Hop is tweehuizig. Zowel bij de manlijke als bij de vrouwelijke planten groeien de eenslachtige bloemen op stelen in de bladoksels aan de top van de slingerstengels. De pluimvormige bloei bestaat hetzij uit hangende manlijke bloemen met 5 bloemdekbladen met 5 meeldraden, hetzij uit katjes uit komvormende bloemdekbladen bestaande. Die schutbladen verbergen 2 ver uitstekende veervormige stempels. Later groeien de met gele klieren bezette schutbladen uit en vormen zo de eivormige hopbellen. De kliertjes leveren de “lupuline”. Hopbier krijgt hiermee zijn aroma.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen