dn nieuwe hof kop 202310

Hopklaver – Medicago lupulina

Tot de Vlinderbloemenfamilie behoren een drietal geslachten Klaver, die onderling licht van elkaar verschillen. Hopklaver behoort tot het geslacht Rupsklaver (Medicago).

Hopklaver (Medicago lupulina) 4op3

Bloei

Vanaf april zijn de bolvormige citroengele bloemhoofdjes te vinden. Maar ook wel eerder.

Leefplek

Hopklaver is als voedergewas verbouwd en zo tot kosmopoliet geworden. Voedselrijke bermen en grasland. Maar ook tussen stenen, in plaveisel, langs muren en op ruderale terreinen. De Rupsklavers komen meest langs de rivieren en in de duinen voor.

Areaal

Europa en kosmopoliet.

Naam

De “Klaver” soorten hebben blaadjes die in drie delen gespleten zijn (“klieven” of “kloven”). Bij de “Hopklaver” is dat ook het geval.
De bloeiwijze in bolvorm lijkt wel wat op die van de “Hop” (=“Humulus lupulus”). Hier is dan “lupulina” een bij de kleine bloemenbol passend verkleinwoord.
Een nauwe verwant binnen het geslacht is de Luzerne (“Medica”). Wie daarop lijkt is dus “Medica-achtig” en zo een “Medicago”.

Kenmerk

De vaak liggende éénjarige of overblijvende lage Hopklaver heeft een vierkantige stengel. In de oksels van de kort gesteelde driedelige omgekeerd eivormige blaadjes staan de vrij lange bloemstengels met aan het eind een bloemenbolletje.
Die dichte bolletjes zijn eerst plat en worden later bol bij het opengaan van de 30 – 40 kleine (1-2 mm) gele bloempjes, die op het bloemhoofdje ingeplant zijn. Als deze bloempjes uitgebloeid zijn komen er zwarte niervormige of slakkenhuisachtige peulvruchtjes tevoorschijn.
De naaste verwanten zijn verschillende Rupsklavers. Deze hebben losse eindstandige veel grotere gele bloemen in groepjes van gemiddeld 3 stuks. De vreemde opgerolde peulen hebben door de gelijkenis met een opgerolde rups de naamgeving beïnvloed.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen