dn nieuwe hof kop 202310

Hulst – Ilex aquifolium

Overblijvende struik of boom (tot 9 m). Vormt een eigen Hulstfamilie. Kan wel 2-3 eeuwen oud worden.

Hulst - Ilex aquifolium 4op3

Bloei

Voorzomer en soms is er ook in de herfst een tweede bloei.

Leefplek

In loofbossen (oude eiken-beukenbossen) van Pleistocene humusrijke zand- en leembodems in gebieden met voldoende regenval. Door wortelopslag worden vaak hele struikeilanden gevormd. Verspreiding vooral ook door vruchteneters. Gevoelig voor strenge vorst. Gebruikt in houtwallen en hagen. Veel kweekvarianten zijn in stijltuinen, op kerkhoven en in parken aangeplant.

Areaal

Noordwest en Z. Europa, China.

Naam

Diverse namen van plaatsen en streken, waar de “Gewone Hulst” (= Wilde Hulst = Stekelhulst) van nature voorkomt zijn van het woord “hulst” afgeleid. Hulshorst op de Veluwe, Huls en Hulsberg in Z. Limburg en ook Hulst in Zeeuws Vlaanderen.
De herkomst van het woord “hulst” houdt vermoedelijk verband met “stekelige struik”. De Latijnse benaming “Ilex” gold in de Romeinse tijd niet de Hulst maar de eveneens altijdgroene “Steeneik” en later zelfs diverse soorten eiken met puntige scherpe bladeren zoals die rond de Middellandse Zee inheems zijn. Een “ilicetum” was bij de Romeinen dan ook een “eikenbos” en “iliceus” of “ilignus” betekende, dat het “van eikenhout” gemaakt was. Een verwantschap met het Griekse “iliggaó” of “kronkelen” is aannemelijk gezien de vorm van de bladeren. Het toevoegsel “agrifolium” of “aquifolium” betekent duidelijk “scherp-bladig”.

Hulst - Ilex aquifolium tekeningKenmerk

Gladde stam met horizontale hoofdwortels waaraan verticale ‘zink’wortels. Het harde hout is ivoorwit van kleur. Hulst is de enige inheemse altijdgroene boom van onze streken en heeft daardoor van oudsher een plaats gehad bij de feesten voor de zonnewende. Het ovale enkelvoudige gesteelde en leerachtige blad is glimmend wasachtig en eindigt in een punt. De bovenzijde is donkergroen. De bladranden zijn van scherpe tanden voorzien en vaak iets golvend en gekruld. Oudere bomen hebben ook veel gaafrandige bladeren. Het blad valt na 2-4 jaar af.
Opvallend zijn dikwijls de mineergangen in de bladeren veroorzaakt door de larve van een 4 mm klein glanzend-zwart mineervliegje – de “hulstvlieg” (=Phytomyza ilicis).
Viertallige witachtige bloemen staan in losse kluwens in de bladoksels. Meestal komen bij de hulst óf de meeldraden óf de stampers niet tot volledige ontwikkeling. Hulst wordt daarom ook wel tweehuizig genoemd. Vandaar dat er hulsten zonder en met bessen zijn. Nectar zoekende bijen en zweefvliegen zorgen voor de bestuiving. De groene besachtige steenvruchten met vier kernen worden later vuurrood en zijn voor de mens giftig. Lijsterachtigen hebben er geen hinder van.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen