Behoort tot de zeer grote familie van de Samengestelde Bloemen – Composieten. Daarin is het geslacht van het Kruiskruid (Senecio) met veel soorten opvallend aanwezig. Klein Kruiskruid komt door het hele jaar met verschillende generaties voor ook al is het in feite een éénjarige plant.
Bloei
Min of meer door het hele jaar. Kan overwinteren.
Zelfbestuiver met slechts korte levenscyclus.
Leefplek
Neemt met heel weinig grond genoegen en komt zo in spleten en kieren tot groei. Overal waar bewerkte grond is zoals akkers en moestuinen, bermen en bouwterreinen.
Areaal
Kosmopoliet van de gematigde streken.
Naam
“Senecio” vanwege het vroeg grijs worden door de grijze pluizenbollen naar het Latijnse “senex” oftewel “grijsaard”. Het “grijs” en “kruis” staan dicht bij elkaar. Het “vulgaris” beduidt niets anders dan “gewoon”.
Kenmerk
Wat vlezige meest lage plant. Daardoor wel droogtebestendig maar niet tegen vorst opgewassen. De plant kan niet tegen betreding. Gekroesde langwerpige diep ingesneden bladeren met fijne tandjes en iets omgerolde rand. Bovenzijde glanzend donkergroen. De vertakte stengel is soms wat spinrag-achtig bekleed.
De bloemhoofdjes staan in kleine losse tuilen bijeen en bevatten alleen maar dicht opeen gedrukte buisbloemen. Straalbloemen ontbreken vrijwel altijd. Een hoog omwindsel en een klein buitenomwindsel hebben beide een zwart randje. Bloemhoofdjes zijn snel uitgebloeid en witpluizig door zaadvorming.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen