De Doornzaad soorten horen ook bij de Schermbloemfamilie.
Bloei
De bloei van deze één/tweejarige planten vindt in de zomermaanden plaats.
Leefplek
Op kalkhoudende en lemige bodems voornamelijk. Open dijkhellingen in het deltagebied die begraasd worden zijn favoriet bij alle soorten. Ook bij het Akkerdoornzaad. Het Heggendoornzaad heeft daarnaast een voorkeur als ondergroei van randen in heggengebieden en licht beschaduwd grazig terrein.
Areaal
Europa Mediterraan en Atlantisch. Het Heggendoornzaad heeft ook een O. Aziatisch bereik. Knopig Doornzaad is wijd verbreid in N. Amerika. Akkerdoornzaad is een cultuurvolger vanuit het Mediterrane gebied.
Naam
De naam “Doornzaad” is in overeenstemming met de stekelige vruchtwanden. Alleen bij het Akker (=”arvensis”) doornzaad zijn de stekels aan de top omgebogen met weerhaakjes. Bij het Knopig (=”nodosa”) Doornzaad is de vrucht wrattig aan de afgeplatte naar binnen gerichte zijde en stekelig aan de buitenkant.
De naam van het geslacht “Torilis” lijkt een fantasienaam te zijn. Werd al in 1763 door de Frans/Schotse botanicus Adanson vermeld en zou “onbekend, onduidelijk” betekenen. Een betere duiding verwijst naar het Latijnse “Torus” hetgeen “Knobbel op tak en gewas” aangeeft.
De toevoeging “japonica” oftewel “uit Japan” is eveneens wat dubieus want Japan is niet het enige land van voorkomen.
Kenmerk
De drie soorten Doornzaad zijn behaarde planten met gevulde stengels. Ze stemmen in de splitvruchtvorm nog het meeste overeen. Het zijn klitvruchten voor verspreiding door dieren.
Het Knopig Doornzaad is meest laag blijvend, liggend en staand. Het heeft 1-2-voudig geveerd blad met diepe insnijdingen van de segmenten. De bloemschermen staan bijna zonder steel tegenover de bladeren en hebben korte stralen. De afwijkende asymmetrische vruchtvorm is bepalend.
Heggendoornzaad daarentegen is een typische vertegenwoordiger van de schermbloemenfamilie. Het heeft in de ijle vertakte bouw lange (tot 1 m) stijve opstaande geribde stengels en lange stralen met omwindsels en 1-3-voudig geveerd blad met getande randen aan de eivormige bladsegmenten. De bloempjes in de 5-12 stralen zijn rose/wit met 5 hartvormige ongelijke vaak asymmetrische kroonbladen. Bloemen aan de rand van het scherm zijn het grootste. Vooral bij de kleinere centrale bloemen zijn de helmknoppen rozerood.
Het Akkerdoornzaad is wat kleiner met donkergroen blad en bloempjes op heel korte steeltjes dicht opeen en zonder omwindsels.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen