De Kruipwilg is een vertegenwoordiger van de Wilgenfamilie die uit de geslachten van Populieren en Wilgen bestaat. Wilgen zijn tweehuizig.
Bloei
Bijna alle wilgen bloeien in het vroege voorjaar en vormen al snel zaad in doosvruchten, zodat in juni de fijne zwarte zaden aan pluizige kapokachtige valschermen op de wind verspreid kunnen worden om na de landing gauw te ontkiemen. Bijen halen hun eerste stuifmeel van de manlijke bloei en de eerste ruime nectar van de vrouwelijke katjes.
Leefplek
Wilgen kunnen naar hun standplaats grofweg in 4 groepen verdeeld worden: Griendwilgen van de rivierdalen, Moeraswilgen uit de broekbossen, venen en beekdalen, Boswilgen uit het bos van de zandstreken en Kruipwilgen van duin, veenland en toendra.
Areaal
Wilgen komen over de hele wereld voor behalve in Australië.
Naam
De “Salix” levert met zijn door het “salicine” zure schors (vooral bij de Bittere Wilg) het salicylzuur (=aspirine). In het oud Grieks “Hélikè” waarbij “helix” zoveel als “slakkenhuis, winding” betekent. Al deze woorden zijn taalkundig aan elkaar verwant en ook het Nederlandse “Wilg” past hierbij. Nog altijd leveren de soepele wilgentenen goed vlecht- en bindwerk.
De soortnaam “repens” verwijst naar het “kruipend” karakter van het struikje.
Kenmerk
Kruipwilgen blijven laag (max. 1 m) en vormen kleine struikjes die zich met hun door en over het zand voortkruipende roodachtige of geelbruine dunne stammetjes breed uitbreiden tot struwelen. Hier vindt dan ook vegetatieve vermeerdering plaats. Ze zijn zo goed in staat om stuifzand te binden en groeien daar steeds weer bovenuit. Het variabele vlakke blad (tot 5 cm) met soms iets omgerolde rand is meest ovaal met stompe of afgeronde soms teruggekromde top. Vooral als jong blad beiderzijds zilverachtig behaard en later alleen bovenop glimmend glad. Geen steunblaadjes.
Wilgen hebben meestal 2 meeldraden die soms vergroeid zijn. Bij de Kruipwilg zijn de helmdraden losstaand. De katjes (speciaal de manlijke) zijn maar kort (1-1,5 cm). De bloemen zitten in het éénslachtige katje boven een schutblaadje. Deze katjesschub is bij de Kruipwilg glad van rand en tweekleurig groen met purperbruine top.
De vrucht van de wilg bestaat uit twee vruchtbladen die bij rijpheid openspringen en omkrullen. De zaden aan de vruchtwand laten dan los en worden door wollig vruchtpluis op de wind weggedragen. Ontkieming van het zaad vindt vooral in vochtig milieu plaats.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen