Tot de vroegere Sterrenmuurfamilie behoren een veelheid ‘magere’ plantjes met dunne stengels, kleine bloemen en bladeren. Nogal onopvallend dus. Nu zijn ze ondergebracht in de Anjerfamilie vanwege de twee-armige gevorkte bijscherm bloeiwijze.
Bloei
In mei komen er bloempjes in deze overblijvers en éénjarigen.
Leefplek
De groeiplaatsen komen ongeveer overeen met die van de mossen en de plantjes hebben evenmin veel voedingsbodem nodig om op te groeien. Bodemverdichting is gewild zoals op lemige heidepaadjes. Als zandgrondbewoners, maar ook op muren en in voegen tussen straatstenen en tegels groeiend, blijven ze toch vrij onopvallend. Liggende Vetmuur kan goed tegen betreding en ziet er wat mosachtig uit door kussenvorming. Het Tengere Vetmuur daarentegen staat wat meer aan de randen van verhardingen maar kan beter tegen bespuiting. Sierlijkje Vetmuur is vooral in duinvallei en op strandvlakten te vinden en ook op opgespoten zand.
Areaal
Z. en M. Europa. Andere verwante soort is nog het Zeevetmuur.
Naam
Het woord “Muur” is mogelijk afkomstig van het Vlaamse “muer”, ook wel als “meur” geschreven. De Franse benaming “mouron” kan daaraan ten grondslag liggen. Dan nog is de herkomst onbekend. Waarom er het woord “Vet” aan toegevoegd is is niet geheel duidelijk. Er is weinig in die zin aan de miezerige plantjes te herkennen. Integendeel, behalve dan misschien de rolronde naaldvormige blaadjes.
Maar “liggend” (=“procumbens”) en “tenger” spreken voor zichzelf. Het “apetala” geeft het ontbreken van kroonbladen aan (Grieks: “a-petalon”). De Latijnse naam van het geslacht “Sagina” staat voor “het vetmesten” en “vetheid” en dat hangt samen met het voeren van vee en vooral ganzen met “spurrie”. Nu behoort de spurrie tot dezelfde familie, dus misschien ligt daar de verklaring van het “vet”.
Dankzij de groeiplaats bij de beroemde Parnassia en de bloem-gelijkenis is de “Sierlijke Vetmuur” nu ook wel “Krielparnassia” geheten. Het “nodosa” hangt samen met de dichte bladbundeltjes in de bladoksels aan de stengels.
Kenmerk
Dunne stengels wortelen bij de Liggende Vetmuur op de knopen en zorgen zo voor het vormen van matten. De kleine gesteelde witte vier- of vijftallige bloemen hebben soms zelfs geen kroon. De tegenoverstaande blaadjes zijn rolrond met een stekelpuntje en lijnvormig.
Bij de Tengere is er maar één centrale wortel, staan de stengels wel rechtop en zijn de blaadjes haast draadvormig. Hier ontbreken de kroonbladeren nog vaker. Bij de Sierlijke Vetmuur zijn de witte kroonblaadjes in verhouding groot. Er is een vierhokkige doosvrucht.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen