dn nieuwe hof kop 202310

Madeliefje – Bellis perennis

Behoort tot de grootste plantenfamilie nl. de Samengesteldbloemen (= Composieten).

Madeliefje - Bellis perennis 4op3

Bloei

Bloeit het hele jaar door (“perennis”) maar heeft wel in het vroege voorjaar een hoofdbloei. De alternatieve veel gebruikte naam ‘meizoentje’ duidt daar al op maar meestal valt de grote bloei eerder.

Leefplek

Groeit op allerlei grondsoorten in voedselrijke humeuze weide, gazon en berm. Een zonnige of licht-beschaduwde standplaats, die liefst dikwijls betreden, begraasd en gemaaid wordt. Verspreidt zich behalve door zaad vooral ook door zijstengels. Zo kunnen hele matten van planten ontstaan.

Areaal

Komt voor in heel Europa, Z.O. Azië en Z. en N. Amerika.

Naam

Het woord “Made” dat verwant is aan maaien staat voor “weide” en komt vooral in delen van M. en N. Nederland veel voor in streek- en plaatsnamen. Het deel “liefje” betekent niets meer dan “schone” (= “Bellis”). Het “Madeliefje” is zo dus letterlijk en figuurlijk een “weideschoonheid”.
Een andere verklaring verwijst symbolisch naar de Maagd Maria (“maegde-liefje”) met mogelijk een ontstaan uit haar tranen.

Kenmerk

Eigenlijk lijkt het madeliefje op een margriet in het klein. Interessant is, dat het dan ook “Margriet” werd genoemd voordat de echte margriet die naam overnam. Elke zacht behaarde bladloze bloemstengel (5-15 cm) draagt maar één bloemkorfje.
De witte rand van straalbloemen met vaak wat rode onderzijde en soms ook bovenrand omringen een iets bol geel schijfvormig centrum vol buisbloemen dat op een kegelvormige bloembodem berust.
Dankzij de lepelvormige bladen – soms wat getand – die in een rozet plat op de grond liggen, kan de plant tegen begrazing en afmaaien.

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen