De Mahonia soorten worden tot de Berberisfamilie gerekend.
Bloei
De bloei begint al in maart.
Leefplek
Op matig beschaduwde plaatsen van bossen en houtwallen.
Areaal
Afkomstig van ondergroei uit N. Amerikaanse Douglasspar bossen. Vanuit tuinen en parkaanplant verspreiding door vruchtetende vogels.
Naam
De naam “Mahonia” is afkomstig van de Iers/Amerikaanse botanicus McMahon (ca. 1800). Oorsprong van de naam “Berberis” is het Arabische woord “berberys” dat “beer” betekent. Later werd dit in de 13e eeuw in het Grieks “berberis” en gold toen voor deze familie.
Het “aquifolium” geeft weer dat het blad scherpe punten draagt. Reeds Cato (2e eeuw v.Chr.) gebruikte de benaming om de Hulst aan te duiden (“acus=naald, folium=blad”).
Kenmerk
Meest lage houtige taaie takken struik met uitlopers. Twijgen bij verscheuring geelachtig. Glanzend donkergroen enkel geveerd overblijvend leerachtig blad, in de winter bruinachtig verkleurend en enigszins opgerold. Tussen 5 en 9 blaadjes per blad. Bladrand glad en voorzien van scherpe dunne doorns.
Gele tweeslachtige eerst bolvormige bloemen in eindelingse vrij dichte pluimen met enige gelijkenis op een druiventros (“druifstruik, Oregon grape”). De bloemen geuren en gaan later open. De bloemen zijn 3-4-tallig. Twee rijen bloemdekbladen met honingklieren en 6 meeldraden.
Er worden blauwberijpte sappige bessen gevormd die voor vogels niet giftig zijn. Medicinaal gebruik komt voor. De harde pitten zijn echter giftig. Verspreiding zaden in vogelmest.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen