dn nieuwe hof kop 202310

Mariadistel – Silybum marianum

De Mariadistel vormt een apart geslacht onder de Distels binnen de familie van de Composieten.

Mariadistel - Silybum marianum 4op3

Bloei

De bloei vindt in de zomermaanden plaats.

Leefplek

Op ruderale en bebouwde terreinen. Ook in kalkhoudende voedselrijke wegbermen. Veel soorten bodem zijn echter passend. Een zonnige standplaats is wel vereist. Vanuit tuinen wel verwilderd.

Areaal

Voornamelijk gekweekt in tuinen voor geneeskundige doeleinden en als groente (jong blad). Maar ook voor decoratie. Oorspronkelijk uit het M. Oosten en Perzië afkomstig.

Naam

De plant is wel duidelijk een distel gezien blad en bloem. De witte nerven en bladvlekken zouden volgens de legende door Maria tijdens de vlucht gemorste moedermelk uitbeelden (Engels: “Milk Thistle”). De werkzame stof “silymarine” uit de plant bereid, wordt bij leveraandoeningen gebruikt. De naam “Silybum” heeft geleid tot de naam van het farmaceutisch werkzame “silibine”. De oorsprong van de plantennaam is het Griekse “sillubos” dat “kwast, franje” betekent.

Kenmerk

Door de enorme stekelige bladeren en bloemhoofden maakt deze hoge (tot 1,5 m) vertakte één- of tweejarige een ongenaakbare indruk. De ronde stengels zijn licht behaard en evenals de bladeren en de bloemknop bont van kleur. De bladnerven zijn bijna wit en geven zo een gemarmerd beeld. Het grove dikke lichtgroene blad is langwerpig en bochtig veerlobbig met een rand vol stekels. Vooral de bovenste bladeren zijn stengelomvattend.
De flinke hoofdjes (2 cm) zijn meest purper van kleur en soms wit. Ook de nogal afstaande omwindselbladen zijn stekelig van rand. De bloemhoofden bevatten enkel buisbloemen. Er worden glanzend zwarte vruchtjes met wit vruchtpluis gevormd op een dicht behaarde bloembodem.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen