De Cypergrassenfamilie omvat diverse geslachten. Het geslacht Bies (Scirpus) is er één van. De Mattenbies is daarvan een belangrijk onderdeel.
Bloei
De zomerbloei begint al in juni. Soms is er weer bloei in de herfst.
Leefplek
De Mattenbies groeit vooral in stilstaand of zwak stromend water van voedselrijke modderoevers. Verdraagt brak water wel na aanplant en groeit tot op 3 m diepte. Zorgt als pionier voor slibvang. Iedere grondsoort is geschikt. Ook vaste bodems en steenglooiingen van kanalen en oeverwallen.
Areaal
Gematigde zone van Europa. Kosmopoliet.
Naam
In de naam Mattenbies komt het gebruik van deze plant goed tot uitdrukking. Vele eeuwen lang is de productie van allerlei weefsels in ons land ook van groot belang geweest (Genemuiden). Is “Zoete Bies” gedoopt in de biezenteelt.
De groeiplek “in meer of water” is in “lacustris” verwoord. (Latijn “lacus” = “meer”). De geslachtsnaam “Scirpus” bestond al bij de Romeinen voor ”Bies”. Ook daar was het vlechten van matten en het gebruik voor dakbedekkingen en vistuig al in zwang. Stoelzittingen zijn ook bekend.
Kenmerk
Deze overblijvende grijsblauwgroene waterplant groeit met een brosse wortelstok in losse brede zoden. De lange rechte rolronde gladde halm is met een sponzig mergweefsel gevuld. Wortelstandig zijn er zeker twee geelgroene bladeren met een schede en een gootvormige bladschijf.
Op de top van de halm is een vertakte pluim bloeiwijze gesteund door schutbladen. De kafjes zijn roestbruin. De aartjes bevatten meerdere bloempjes. De stijl heeft drie stempels.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen