De Meelbes is verwant aan de goed bekende Wilde Lijsterbes en hoort daarmee tot de rijk geschakeerde Rozenfamilie.
Bloei
De bloei vindt in mei/juni plaats.
Leefplek
Groeit op kalkhoudende rotsige bodems en wordt aangeplant in parken, tuinen en langs wegen.
Areaal
Van nature in M. en Z. Europa voorkomend. Ook gekweekt.
Naam
De naam “Meelbes” is duidelijk ontstaan vanwege de “meelachtige” onderzijde van de bladeren en de “bes” als vruchtvorm.
“Sorbus” omdat de Romeinen spraken van “sorbere” als het ging om “drinken” of “slurpen”. Uit vruchten bereidde men geneesmiddelen. De schrijver en politicus Cato de Oudere (234-149 v.C.) gebruikte deze naam al.
De toevoeging “aria” verwijst naar het herkomstgebied Arië dat in Perzië ligt. De Grieken kenden de Arische boom al hetgeen Theophrastes (“Vader van de Plantkunde”) (371-287 v.C.) reeds heeft vastgelegd.
Kenmerk
Middelhoge boom met grijze gladde bast. Kroon van oudere bomen in breed parasolmodel. Eironde gesteelde geelgroene bladeren met veel paren dwarsnerven en een dubbelgezaagde rand. De blad-onderzijde is witviltig behaard. Er is een goudgele verkleuring van het blad in de herfst.
De witte vijftallige bloemen staan op groenwitte viltige stengels in een vlakke tuil bijeen. De bloem draagt veel meeldraden met lichtgekleurde helmknoppen rond 2-5 stijlen. Er worden eetbare bijna ronde besvruchten (tot 1,5 cm) gevormd met geel vruchtvlees, die bij rijpheid scharlakenrood zijn met bruine stippen en een neusje dragen.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen