Deze Oosterse import in de tuin behoort tot de Tropaeolaceae-familie (Klimkersfamilie). Ook verwant aan Nasturtiumfamilie.
Bloei
De bloei vindt in de zomermaanden langdurig plaats.
Leefplek
Geïmporteerde tuinplant die ook na weggooien zich ruderaal kan handhaven. Diverse kweekvormen die al dan niet kunnen klimmen.
Areaal
Europa en de rest van de gematigde zones. Niet alleen de Oost maar ook Z. Amerika hebben varianten geleverd.
Naam
De familienaam “Klimkers” is ontleend aan de klimeigenschappen. De “O.I. kers” (Engels: “Indian cress) is geen “kers” maar de bittere smaak van het blad lijkt op die van een van de Cruciferen (Witte Waterkers). Het “Tropaeolum” is afgeleid van het “Tropaeum” dat een rond “Gedenkschild” was. De Latijnse soortnaam “majus” betekent “groter, vrij groot”.
Kenmerk
Eenjarige vorstgevoelige tuinplant met in oorsprong klimeigenschappen met behulp van waterige lange lichtgroene gladde stengels. Stengels kunnen meters lang worden en klimmen. Deze klemmen zich vast. Schildvormige bladeren excentrisch op de stengeltop bevestigd zijn wat dof van oppervlak met stervormige nerven. Waterdruppels worden vaak aan de top van deze nerven uitgeperst. De bladrand is wat onregelmatig golvend van vorm.
De flinke bloemen zijn trechtervormig en tweezijdig symmetrisch. Er is een lange soms iets neerwaarts gebogen spoor bij de vijfbladige licht gekleurde kelk. De onderste twee kelkbladen zijn kleiner. Nectar drager. Losbladige kroon in wit, geel of oranje/rood van nature. Soms gevlekt aan de basis en iets geribd. Acht meeldraden en één stijl zorgen voor een driedelige vrij ronde splitvrucht met geribbeld oppervlak.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen