dn nieuwe hof kop 202310

Pijlbrem – Genista sagittalis (=Chamaespartium sagittale)

De Pijlbrem is een vertegenwoordiger van de Vlinderbloemfamilie.

Pijlbrem - Chamaespartium sagittale 4op3

Bloei

De bloei is vanaf mei tot in juli aan te treffen.

Leefplek

Op grasbermen en in open bos of rotshellingen. Duingebied. Ook op Texel.

Areaal

Europa M. en Z.

Naam

De naam “Pijlbrem” is het gevolg van de gevleugelde stengels die de “pijlvorm” suggereren hetgeen ook in het Latijnse “sagittalis” tot uitdrukking komt.
De naam “Brem” is evenals de naam “Braam” van origine in gebruik voor “Stekel” (ook “Braam” aan een mes of metaal). De Gewone Brem (geslacht “Cytisus”) is echter zonder stekels i.t.t. de Stekelbrem die tot het geslacht “Heidebrem” behoort. Vergilius gebruikte de naam “Genista” al voor de Brem. Nu geldt dit “Genista” echter het geslacht “Heidebrem”.
Tot ditzelfde geslacht behoort naast de “Pijlbrem” ook de eveneens stekelvrije “Kruipbrem”.
De voor Pijlbrem geldende moderne naam “Chamaespartium” is zoveel als “Kleine, op de grond liggende Spartium” waarbij met Spartium een forse bremachtige struik (=“Bezemstruik”) bedoeld wordt die in Z. Frankrijk voorkomt.

Kenmerk

Lage overblijvende plant, ten dele liggend maar ook opstijgend (tot 50 cm). Ovale blaadjes met gladde rand staan ongesteeld ver uiteen direct aan insnoeringen van de stengels die tussen deze blaadjes gevleugeld zijn door brede lijsten.
De eindstandige dichte bloemtrossen bestaan uit vrij kleine (ca. 10 mm) vlinderbloemen met groene klokvormige vijftandige kelkbuis. De heldergele kroon bestaat uit een vlag met 2 vleugels en een vergroeide kiel. Ze omvatten 10 meeldraden en een stamper.
Er worden uit de bovenstandige vruchtbeginsels korte gedrongen peulvormige behaarde vruchtdozen gevormd die bruin verdrogen en dan overlangs openspringen.

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen