Dit Schaafstro is geen grasachtige maar een lid van de Paardenstaartfamilie.
Bloei
De voorzomer levert sporenaren met eironde top.
Leefplek
Bos en schaduwrijk vochtig kreupelhout. Soms heel massaal voorkomend. Vooral op lemige en kalkhoudende grond van rivier- en beekdalen. Ook wel op zandige dijken en rivierduinen. Toch vrij schaars voorkomend.
Areaal
De hele Noordelijke gematigde zone tot aan de Poolcirkel.
Naam
Het gebruik van deze plant als schuurmiddel leverde ook de naam “schuurbies” op. Een hoog gehalte aan kiezelzuurkristallen maakt de stengels hard en ruw.
De “Paardenstaarten” in het algemeen ontlenen hun naam aan hun uiterlijke bouw die door afhangende zijtakjes wel iets weg heeft van een paardenstaart. De naam “Equisetum” betekent letterlijk “Paardenhaar”. Hier is dat laatste niet erg passend omdat de stengels vaak onvertakt zijn.
In dit geval is de soortnaam “hyemale” dat “winters” betekent en er op wijst dat de planten winterhard overblijvend zijn.
Kenmerk
De ruwe stevige stengels (30-90 cm) zijn grijsgroen of blauwgroen, meestal onvertakt en duidelijk geribbeld.
Lange wortelstokken reiken diep. Op de knopen tussen de lange delen zijn de stengels wat ingesnoerd. De ribbels vertonen elk twee rijen knobbeltjes met kiezelzuur.
De stengels dragen op iedere knoop een nauwsluitende geelwitte cylindervormige band tussen twee donkere smalle. Deze bladscheden hebben 15-25 tanden welke eerst vliezig en spits zijn en al gauw hun toppen verliezen. Het middenkanaal in de stengel is vrij wijd.
De eivormige sporenaren rijpen in juli-augustus en worden aan de voet door de bovenste bladkrans omringd.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen