Het Slaapmutsje (Goudpapaver) is deel van de Papaverfamilie net als de giftige Hoornpapavers.
Bloei
De bloei kan al voor juni beginnen en tot in de herfst duren.
Leefplek
Het Slaapmutsje is vanuit de VS geïmporteerd om tuinen op te sieren. Er zijn verschillende varianten gekweekt. Verwildering is natuurlijk vanuit tuinen opgetreden. Houdt van lichte luchtige zonnige bodems maar kan ook in benarde posities tevoorschijn komen.
Areaal
Europa Z. en M. Oorsprongsgebied is de Californische Sonorawoestijn. (VS: “California poppy”). Verwilderd in Chili.
Naam
Het “Slaapmutsje” draagt bij het ontplooien van de bloem een blauwgroen puntig mutsje als rest van de vergroeide kelk en treffend gelijkend op een ouderwetse slaapmuts. De Baltisch/Russisch-Duitse arts en botanicus Johan von Eschscholtz, die de plant rond 1815 uit Californie meebracht, is vernoemd.
Kenmerk
Deze lage of middelhoge bloemtuinplant is éénjarig maar kan ook dankzij een forse penwortel meerjarig optreden. Het vrij schaarse blauwgroene blad is sterk verdeeld in lintvormige slippen. Daarnaast zijn er dunne lange bloemstengels met de bloem op de top.
De bloemknoppen zijn gehuld in een puntig mutsje dat uit twee kelkbladen vergroeid is. Bij het ontluiken en uitgroeien van de 4 bloembladen scheurt het mutsje aan de basis los en valt later af. De ringvormige voet van de kelk blijft achter en dient ook de vrucht en later de zaaddoos als steun. Glanzende satijnzachte kroonbladen (3-6 cm) groeien als een beker verenigd. Deze goudgele-oranje bladen zijn vaak naar de basis toe donkerder van kleur. Een bosje meeldraden staat centraal met een stamper. De bloem sluit ’s nachts en bij donker weer.
Er wordt een lange en smalle iets gebogen doosvrucht gevormd die anders dan bij de papavers in de lengte in twee delen opensplijt en veel donkerbruine ronde korrelzaden bevat.
Bevat giftige stoffen waaruit slaapmiddelen bereid worden.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen