Alzijdig symmetrische bloemen 4- of 5-delig met bovenstandig vruchtbeginsel in een kroonbuis.
Bloei
Voorjaarsbloeier bij uitstek. Overblijvend.
Leefplek
Steeds zeldzamer dankzij vele cultuurmaatregelen. Intensieve landbouw en verlaging grondwaterstand zijn funest. Daarom nu in hoofdzaak nog in natuurgebieden aanwezig in beekdalen en vochtige loofbossen. Slib aanvoer en humusrijkdom zijn noodzakelijk.
Areaal
Midden Europa.
Naam
“Primula” vanwege de vroege verschijning “wel ongeveer de eerste”. Onder de verschillende typen Primula is de “elatior” de “hogere”, bloeiend op een “slanke” steel.
Kenmerk
Op een wortelrozet van bladeren verheft zich een stengel (of meer) met een bloemscherm. Stengel en bladeren onderzijde zijn zacht behaard. De schuin omhoog staande bladeren zijn wat kreukelig. Zij hebben een wat gekroesde gekartelde rand en een gevleugelde steel.
De 5-tallige bloemen knikken naar dezelfde kant. De lichtgele bloemkronen zijn vlak. De meeldraden zijn midden op de tot een kroonbuis vergroeide kroonbladen ingeplant. Er wordt een kleine 1-hokkige doosvrucht gevormd.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen