Het Stinkend Nieskruid is in de Ranonkelfamilie ondergebracht. De Kerstroos (Helleborus niger) is nauw verwant en als kweekplant beter bekend. Ook de Wrangwortel (=Groene Kerstroos, Helleborus viridis) komt nog voor. Een Grootbloemige soort is nog de Helleborus orientalis.
Bloei
De bloei van het Nieskruid vindt al vroeg in maart/april plaats. De Wrangwortel is eerder en nog veel eerder is de Kerstroos.
Leefplek
In kalkrijke vochtige hellingbossen van Z. Limburg sporadisch voorkomend. Als vergiftig kruid al lang in gebruik als geneesmiddel bron. Meest gekweekt voor tuinen. Vooral de bekende Kerstroos wordt in vele varianten voor tuin en huis gekweekt.
Areaal
Europa M. en Z. op bodems met kalkhoudend gesteente in berggebieden.
Naam
De wetenschappelijke naam “Helleborus” is heel oud want Hippokrates kende rond 400 v.Chr. de “Helleboros” al.
Gemalen wortel van het “Nieskruid” werd vroeger als niespoeder gebruikt. Omdat de bladeren stinken na kneuzing is de toevoeging “stinkend” voor de hand liggend bij deze soort “kerstroos” (Zweeds: “stinkand julros”). In het vaklatijn heet dat dan “foetidus”, afgeleid van het Latijnse “foetens”. De Wrangwortel werd in de veeartsenij als middel tegen een uierontsteking (‘wrang’) toegepast.
De donkere wortel van de Kerstroos heeft de soortnaam “niger” (=”zwart”) tot gevolg gehad terwijl “viridis” het “groen” van de Wrangwortel plant, inclusief de bloem, aangeeft.
Kenmerk
De bloem van het Nieskruid in een tros op een stevige staande stengel is licht geelgroen gekleurd en heeft geen kroonbladen. Er zijn slechts twee rijen geelgroenige kelkbladen die samen een hangende klok vormen. De rand van de klok kan iets rood of purper zijn. De kroonbladen zijn omgevormd tot nectariƫn. Het langwerpige kokervormige vruchtbeginsel bestaat uit 2-5 delen en draagt nog de stijlen. De stijlen steken soms buiten de kelk uit. Later wijken de kokers uiteen. De zaden hebben een mierenbroodje. Alle plantendelen zijn giftig.
De bloemdekbladen van de Kerstroos waren van oorsprong wit. Wrangwortel heeft een kruipende wortelstok.
De bladen met lange stelen van al deze overjarige plantensoorten zijn als een waaier diep ingesneden tussen de 5-9 lancetvormige lange deelbladen. Dikwijls liggen de bladeren op de bodem. Blauwgroen van kleur bij ouder worden. Alleen de bovenste stengelbladen zijn niet gedeeld. Alle hebben aan de top een licht getande rand. Zowel blad als bloem stinken enigszins. Bijen worden daarmee aangetrokken.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen