Ook een lid van de Napjesdragerfamilie net als Beuk en Eik. Bij eik 1 zaad per napje; bij beuk 2 zaden en bij tamme kastanje 3 zaden per napje. Dit ‘napje’ is uniek en komt alleen bij deze boomfamilie voor.
Bloei
Eind juni nadat het blad volledig ontwikkeld is komt de boom in bloei.
Leefplek
In hoofdzaak op matig zure en vrij voedselrijke bodem groeiend. Verdraagt schaduw.
Areaal
Inheems in Zwarte Zee- en Middellandse Zee gebied. Door de Romeinen (net als walnoot en hazelnoot) naar het noorden tot in Engeland toe meegebracht. In ons land vooral in heuvelland voorkomend maar alleen in het zuiden tot een echte boom uitgroeiend en goed vruchtzettend.
Naam
De benamingen “Kastanje” en het Latijnse “Castanea” suggereren een niet bestaande verwantschap met de Wilde Paardenkastanje. Ze zijn verwant aan het Griekse “Kastanion” dat vermoedelijk uit Turks gebied voortkomt, waar de stad Kastanaia ligt.
En “sativa” betekent zoveel als “die gezaaid wordt” hetgeen al in de Romeinse tijd gebeurde. Men kende toen al aangelegde kastanjebossen (‘Castaneta’).
Kenmerk
Korte dikke gedraaide stam met in de lengterichting ingesneden schors. De groeven lopen in elkaar over. Twee rijen lange forse lancetvormige bladeren staan in één vlak aan de tak en zijn enkelvoudig. Het glanzende blad heeft parallelnerven en is scherp getand op het einde van die nerven en het is wat leerachtig.
Daarbij groeit in de bladoksel een rechtopstaande manlijke aarvormige stuifmeel producent tot flinke lengte uit. Een wat vreemde weeïge geur verspreidend en voor kruisbestuiving op de wind maar vooral op kevers en andere insecten aangewezen voor overbrenging van het bevruchtend stuifmeel. Bijen profiteren van de rijke pollen- en nectardracht.
De vrouwelijke napjes zitten aan de voet van de bloei-aar. Zo’n napje zal uitgroeien tot een enorm stekelige lichtgroene bolster, die drie vruchten kan bevatten. Meestal groeit en rijpt er hier echter maar één van deze kastanjebruine vruchten. In Mediterrane streken komen er meer vruchten tot volle ontwikkeling. De vruchten lopen naar boven uit in een zijde-achtig behaarde punt. De geribbelde zaden zijn eetbaar.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen