De Tuinpeterselie en varianten behoren tot de familie van de Schermbloemen.
Bloei
De bloemschermen verschijnen in de zomermaanden.
Leefplek
Tuinen zijn uiteraard de oorsprong van verwilderde op ruderale en grazige terreinen groeiende planten. Vochtige humusrijke bodems.
Het verzamelen van in het wild voorkomende Peterselie is gevaarlijk. Verwisseling met sterk gelijkende giftige plantensoorten zoals Hondspeterselie is mogelijk.
Areaal
Atlantisch Europa. De herkomst van de plant is mogelijk vanuit het Oostelijk Middellandse Zeegebied ten tijde van Karel de Grote.
Naam
De naam “Petroselinum” van de plant is in beide talen terug te voeren op het Griekse “Petros” voor “Rots” en “selinon” voor de “selderieplant”. De toevoeging “crispum” heeft betrekking op het vaak “gekroesde” blad. Zo geeft “segetum” aan dat de soort van het land, veld (“seges”) komt.
Kenmerk
De onbehaarde tweejarige plant kan middelhoog worden en verspreidt een duidelijk aromatische geur. Meestal worden bij keukenkruiden de bloemstengels verwijderd. De lange bladstengels zijn wat gegroefd en dragen glanzend groene driedubbel geveerde bladeren (“Bladpeterselie”). Het blad is soms duidelijk gekroesd (“Krulpeterselie”). Drie omwindselbladen steunen de 10-20 stralen van de vlakke bloemschermen. De lichtgele bloempjes zijn maar klein. Harde eivormige donkere zaden.
Er is ook een Wilde Peterselie (Petroselinum segetum) met grijsgroen geveerd driehoekig blad. Hier zijn de bloemschermen maar klein en wit gekleurd en onregelmatig van vorm. Groeit op zilte grond bij zeedijken.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen