De Venkel is onderdeel van de Schermbloemenfamilie.

Bloei

De fraaie gele schermen komen vanaf juli tot bloei. Er is ook een als sierplant gekweekte steriele dichtbossige vorm.

Leefplek

Op open plaatsen van ruderale terreinen, rotsachtige gebieden en in stenige wegbermen voelt de verwilderde Venkel zich aardig thuis. Vooral in de nabijheid van de zee. Eigenlijk is het echter een kweekplant uit kruidentuinen.

Areaal

Vanuit de mediterrane gebieden in de Middeleeuwen in tuinen noordwaarts gekomen als keukenkruid. Er is ook een variëteit met verdikte bladvoeten die tezamen een als groente eetbare “venkelknol” vormen. De oorsprong van de plant moet in Z.W. Azië gezocht worden. Via handelswegen werden Egypte en Griekenland bereikt.

Naam

De naam “Venkel” is ontstaan door een verbastering van het oude Latijnse “Foeniculum”. Al bij de Romeinen werd de plant als groente, als smakelijk zaad en als geneesmiddel gebruikt. De naam is een verkleinwoord van “foenum” dat “hooi” betekent en is mogelijk aan de geur ontleend. Daarbij komt “vulgare” om aan te geven dat het “die van het volk” is oftewel de “gewone”.

Kenmerk

De grijsgroene wat ijl aandoende stengels kunnen een forse overblijvende plant vormen. Kan meters hoog worden met dikke merggevulde en holle stelen. Vormt bossige pollen en is sterk geurend bij kneuzing.
De overlangs gestreepte stengels dragen drie- en viervoudig geveerde grijsgroene bladeren. Het blad heeft een flinke lange geoorde bladschede. De bladdelen zijn slechts smalle bijna draadvormige slippen.
De vrij platte bloemschermen staan op lange stengels en bevatten weinig tot vele stralen. Er zijn geen omwindsels of omwindseltjes zodat het geheel wat kaal aandoet. De gele bloemen zijn maar klein (2-3 mm) en zullen geribde ovale vruchten voortbrengen.

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen