Het Vlasbekje (=Vlasleeuwenbek) is lid van de Helmkruidfamilie.
Bloei
In juni begint de bloei en deze kan tot in september duren.
Leefplek
Zandgronden zijn favoriet. Open en droog, grazig en wat stenig, langs de weg en akker of onder muren. Ook ruderale terreinen en spoorbanen.
Areaal
Geheel gematigd Europa en W. Azië.
Naam
Vanwege de gelijkenis van de bladvorm met die van het vlas en daarnaast de associatie van de bloemvorm met een leeuwenbek kwam de naam Vlasleeuwenbek tot stand. Nu verkort tot Vlasbekje.
De naam “Linaria” is eveneens van het vlas (“Linum”) afkomstig en beduidt dus “vlasachtig”. Daarnaast is deze plant “vulgaris” of wel de “gewone” onder de Leeuwenbekken. De verwante “repens” heeft een meer “kruipende” stengelvoet.
Kenmerk
Vrij lage of middelhoge rechtop staande stengels met op de top een aarvormige dichte tros bloemen. Weinig vertakte stengels. De blauwgroene vaak verspreid zittende bladeren zijn lijnvormig. Ze voelen wat vettig aan. De stengel is bovenaan klierachtig behaard. Vlasbekje is overblijvend met een kruipende wortelstok.
De lichtgele helmbloemen dragen een oranje-geel masker op de bol gewelfde onderlip als honingmerk. De onderlip sluit de bloemkeel af. Hommels en bijen moeten erop neerdalen. Toch zijn hun tongen meestal te kort om bij de nectar te komen. Zij moeten daarom inbraak plegen in de spoor. Aan de achter-onderzijde van de bloem is als een staart een nectar bevattend flink spoor aanwezig. De bloemen komen van beneden naar boven tot ontwikkeling.
De vruchtdozen bestaan uit twee hokken vol zaden.
De Gestreepte Leeuwenbek is sedert een eeuw uit zuidelijker streken afkomstig. Het is een ijlere vorm met losse bloeiwijze. De stengel is vaker vertakt. Het blad staat meest in kransen. De bleekblauwe bloemen dragen donkerder lengtestrepen en zijn kleiner.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen