Tot de Papaverfamilie behoren twee onderfamilies nl. de Papavers en de Helmbloemen. De Helmbloem onderfamilie heeft bloemen met slechts één symmetrievlak en de getande kelkbladeren zijn maar klein of afwezig.
Bloei
Al vroeg in april komen deze tere planten tot bloei dankzij hun overwinterende knol.
Leefplek
Een losse voedselrijke zandige bodem met liefst wat kalk en vrij vochtig op een beschaduwde helling is de favoriete groeiplaats. Beide zijn als stinzenplant op schaduwrijke landgoederen aanwezig. Holwortel zelfs uitsluitend.
Areaal
Z. en M. Europa met O. en Z. Nederland als natuurlijke grens.
Naam
De naam “Corydalis” verwijst naar de Kuifleeuwerik. De bijzondere vorm van de bloem heeft tot veel volksnamen geleid en dan speciaal in vergelijking met vogels (bijv. “Vogeltje-op-de-kruk”). De massieve knol van de “Helmbloem” is verantwoordelijk voor de toevoeging “solida” en die van de “Holwortel” wegens een holte voor de toevoeging “cava”. Voorjaarshelmbloem heet nu “Vingerhelmbloem”.
Kenmerk
De bloemen hebben een soort vooruit stekende bovenlip en een onderlip. Het heeft iets van een open helm. Aan de basis van de bovenlip bevindt zich bij de Vingerhelmbloem in een omhoog staand spoor een nectarklier. Alleen langtongige insecten kunnen bij de nectar en zorgen voor kruisbestuiving. Hommels doen echter aan inbraak. De meeldraden zijn merkwaardig gespleten. De bloemen (10-15 mm) zijn meest paarsrood en soms wit. De glanzende zwarte zaden dragen een wit mierenbroodje.
De bladeren zijn diep gespleten en zo driemaal in drieën gedeeld. Het schutblad aan de voet van de bloemtrosstengel is handvormig ingesneden.
Bij de Holwortel is alles wat grover. De bloemen zijn groter (20-30 mm) en vaak donkerder van kleur. Er is een lange spoor met omlaag gebogen eind. Ze verspreiden een zoete geur. De bladeren zijn ook forser en sterk verdeeld. Het schutblad aan de bloemstengel is hier gaafrandig.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen