De Wateraardbei is lid van het geslacht Ganzerik (“Potentilla”) dat hoort tot de Rozenfamilie.
Bloei
In juni begint de voorzomerbloei.
Leefplek
Waterig voedselarm milieu van slootkant, poel, veenplas en moeras is passend als groeiplaats. Nat hooiland in natuurgebieden eveneens.
Areaal
Komt voor op het gehele Noordelijk Halfrond in de koude en gematigde zones.
Naam
De groeiplek in waterige omgeving heeft zowel voor de Nederlandse naam “Wateraardbei” als voor de toevoeging “palustris” gezorgd. Ons woord “peel” sluit daar goed bij aan.
De bloem en de vrucht hebben beide iets van die van de aardbei.
De naam van het geslacht luidt “Potentilla”, hetgeen afgeleid is van “potens” of wel “machtig”. De dagelijkse toepassingen van de leden van dit plantengeslacht als geneesmiddel moeten wel geleid hebben tot de benaming als “de krachtig werkende”.
Kenmerk
Halfhoge planten met rode stengels en opvallende rode bloemen die na de bloei iets van een aardbeivrucht hebben. Kruipt wat en vertakt zich. De overblijvende planten hebben een wortelstok.
Het blad is maximaal zevenvingerig met licht getande randen. De deelblaadjes zijn langwerpig ovaal van vorm. De bladeren staan verspreid aan de stengels. De bladstelen worden daar gesteund door papierachtige steunblaadjes.
De bloemen staan aan opgerichte stengels in losse pluimen en hebben purperen kroonblaadjes die korter en veel smaller zijn dan de nog donkerder kelkbladen in stervorm. Daarbuiten is nog een slipvormige uitstaande bijkelk.
De vrucht is een hoofdje met nootjes die slechts één zaadje bevatten. De kroon en kelk sluiten zich om de vrucht. Deze later sponsachtige vrucht laat niet los. De vrucht is niet eetbaar.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen