De Waterviolier is ondergebracht bij de Sleutelbloemfamilie.
Bloei
In mei komen de sierlijke bloemstelen tot bloei.
Leefplek
Water van heldere matig voedselrijke sloot, meer en poel. Meest in vrij ondiep water groeiend op diverse bodems. Houdt van vers kwelwater en verdraagt lichte stroming. Vermijdt zilt en brak milieu.
Areaal
M. en N. Europa.
Naam
De naam “violier” stamt van het Latijnse “violaria” dat “viooltjes-achtig” betekent. Het “water” is de groeiplaats en dan wel speciaal “in het moeras” (=”palustris”). De herkomst van de naam “Hottonia” is te vinden in Pieter Hotton, hoogleraar in Leiden en voorganger van Boerhaave.
Kenmerk
Een echte lichtgroene overblijvende waterplant die in hoofdzaak onder het oppervlak groeit en met lange wortels in de bodem verankerd is. De bladeren zijn als bij een kam diep ingesneden maar wel aan twee zijden. Het meeste blad groeit juist onder het wateroppervlak en moet de bloemstengel overeind houden.
De aan de voet stevige bloemstengels zijn recht en dragen bleekpaarse tot witroze vijftallige trompetvormige bloemen. Deze staan in etages in kleine kransen telkens ondersteund door een krans spitse schutblaadjes. Ze hebben een gele vlek in het hart van de aan de rand ingesneden kroonbladen. Spitse kelkblaadjes. Doosvrucht bovenstandig.
Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen