dn nieuwe hof kop 202310

Wilde reseda – Reseda lutea; Wouw – Reseda luteola; Witte reseda – Reseda alba

De Resedafamilie is maar klein.

Wilde reseda - Reseda lutea 4op3

Bloei

De bloei begint in juni en gaat enige tijd door omhoog langs de lange smalle kandelaberachtige bloemtros.

Leefplek

Meest op kalkrijke bodems. Bij muren, in de duinen, langs de rivieren, op zonnige plaatsen langs wegen en spoorwegen en ook op open ruderale terreinen. Pionier op losse omgewerkte steenachtige bodem. Ook gekweekt als tuinplant en dan verwilderd.
De Wouw werd vroeger gekweekt voor bereiding van gele verfstof en komt verwilderd voor.

Areaal

Afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. W. en M. Europa.

Naam

De naam “Reséda” is afgeleid van het Latijnse “Resedare” dat “weer tot bedaren brengen” betekent. De plant werd vroeger voor dat doel aangewend. De “lutea” bloemen zijn “geel”. De “luteola” zijn “goudgeel” en de “alba” zijn “wit” van kleur.

Kenmerk

Tweejarige of overblijvende wat bossige planten die vrij hoog kunnen worden. Diep veerdelig ingesneden verspreid staand blad bij de Witte Reseda en met slechts 2 of 4 zijslippen bij de Wilde Reseda.
De bloemen staan met schutblaadjes in aarvormige trossen die van beneden naar boven in bloei raken en steeds langer worden. Talrijke meest hangende meeldraden in scheve bloemen. De 6 bloembladen zijn diep ingesneden.
Bij de Wouw is het blad slechts lancetvormig maar wel talrijker. De bloemtrossen zijn langgerekt en bij de Wouw heel slank. Hier zijn slechts 4 gespleten bloemblaadjes.
De bovenstandige kokervormige Resedavruchten zijn van het begin af van boven open (heel ongewoon) en staan rechtop.
Bijenplanten vanwege nectar en stuifmeel.

Meer foto’s in foto-album

Voor een lijst van alle tot nu toe verschenen plantbeschrijvingen:
Overzicht Nederlandse namen
Overzicht wetenschappelijke namen